Samen met zijn neef ging de Edenaar in augustus vorig jaar een juwelierszaak binnen en hield een vrouw achter de toonbank een groot vleesmes tegen de hals. Ze kreeg vervolgens een duw en sloeg hard tegen de grond. De overvallers maakten sieraden en geld buit en gingen er vervolgens vandoor.Vier maanden later kreeg een andere juwelierswinkel ongewenst bezoek van het tweetal. Het duo overmeesterde de eigenaar van de zaak en zijn echtgenote en dwong hen op de grond te gaan liggen. P. zette het mannelijke slachtoffer een mes op de keel en deelde aan de weerloze eigenaar harde schoppen uit.

Vervolgens sloegen de indringers de vitrines kapot met een hamer. Ze propten horloges, ringen en halskettingen in een sporttas. Bovendien maakten ze ook de dagopbrengst buit. De ravage in de winkel was enorm. Voorbijgangers probeerden buiten de overvallers tegen te houden, maar na een schermutseling ontkwamen de daders op een bromfiets.

Tijdens de rechtszitting gaf de verdachte toe de juweliers te hebben beroofd. Er zou volgens hem echter lang niet zo veel geweld zijn gebruikt als justitie stelt. „We hebben een beetje geduwd en gedreigd met een mes”, aldus P.

De officier van justitie oordeelde dat de rovers zich wel degelijk uiterst agressief hebben gedragen. „Ze zijn op klaarlichte dag met grof geweld in de winkels tekeergegaan. De slachtoffers dachten dat de overvallers hen zouden doden.”

Hoewel P. volgens psychologen verminderd toerekeningsvatbaar is, wil justitie de Edenaar nog niet de hulpverlening in sturen. Eerst moet de verdachte volgens justitie een geheel onvoorwaardelijke celstraf van vier jaar uitzitten. De neef van de overvaller, die ten tijde van de gebeurtenissen minderjarig was, is al eerder tot een gevangenisstraf veroordeeld.

Uitspraak op 18 juli.