Zendingsdag Harskamp van kazerne naar kerk
De honderden bezoekers van de zendings- en ontmoetingsdag in Harskamp namen zelf stoelen mee naar ”de legerplaats”, midden in het dorp. Sprekers vonden een plek onder een overkapping op een boerenwagen. Het kazerneterrein met de verschillende kramen omlijstte de dag. Voor de 25e aflevering, vandaag, wijkt de organisatie voor het eerst uit naar een kerk.
Flinke aantallen mensen -1200, 1300- klapten in de loop van de jaren hun tuinstoelen uit op het veld. „Volledige gezinnen”, herinnert E. J. Huttinga zich. „Bij zonnig weer in de schaduw van de bomen, de kleintjes in het gras.” Hij kan het weten. De 54-jarige secretaris van de zendingscommissie is al bijna veertig jaar actief voor de zending. „Op mijn vijftiende verkocht ik kalenders en dagboeken, drie jaar later kwam ik in de commissie.”Het publiek van de zendingsdag omschrijft Huttinga als „één grote familie.” In de loop van de tijd kreeg de zendingsdag in het Veluwse dorp -destijds opgezet door ds. W. Roos- concurrentie. Zowel landelijk als lokaal kwamen dergelijke dagen of middagen van de grond. De laatste jaren trekt de Harskamper zendingsdag zo’n 700 mensen. Tijd voor een verhuizing, vond de organisatie. Huttinga: „De hersteld hervormde gemeente heeft inmiddels een eigen gebouw met veel ruimte eromheen.” Bovendien werd het steeds moeilijker om het kazerneterrein te reserveren. „In januari, februari deden we een aanvraag. De toestemming kwam pas in mei - als we die al kregen.” De oudere bezoekers zullen blij zijn met de beschutting tegen kou en regen, vermoedt de secretaris.
De dagindeling is vergelijkbaar met die van 25 jaar geleden. Een viertal sprekers vult het grootste deel van het programma. In de lange pauze is er tijd voor ontmoeting en voor de zendingsinstanties die hun kramen hebben opgezet.
Getuigen
Aandacht voor de zending stempelt de dag, zegt Huttinga. „De collecte is bestemd voor zendingsorganisaties en de predikanten spreken over de zending. Soms is er een predikant van het zendingsveld aanwezig. Mensen mogen hier wel eens getuigen over wat de Heere doet. Dan is er blijdschap over het toebrengen van heidenen. De naam van de Heere moet verheerlijkt worden in zondaarsharten. Dat is het uiteindelijke doel, ook van de zendingsdag. Je hoopt dat de aanwezigen deze dingen meenemen naar huis. Voor mij is een gemeente die niet met zending bezig is geen gemeente.”
Bij de eerste zendingsdag was de hele -destijds hervormde- gemeente betrokken, weet hij. „Vrijwilligers maakten brood en soep klaar. Dat was toen nog allemaal gratis. Zo waren we met z’n allen bezig.” Tijdens de jubileumbijeenkomst vandaag spreken ds. W. Roos, ds. H. Zweistra, ds. A. T. van Andel en ds. K. Veldman. Ds. B. Reinders opent en sluit de dag. Nieuw in het programma is een kindervertelling, door C. van Rijswijk.
Het mooiste wat hij in die 25 jaar meemaakte, vertelt Huttinga, gebeurde tijdens een middagpauze. „Er stond een grote groep mensen in een kring naar iets te kijken. Er zal toch niets ergs aan de hand zijn, schoot het door me heen. In het midden van de kring praatten drie, vier mensen met elkaar over wat de Heere had gedaan. Wat ik als narigheid voorzag, was juist het hoogtepunt van de dag.”