„Sleutelrol Nederland bij opvolging F-16”
Bij de keuze van de opvolger van de F-16 heeft Nederland de toekomst van de Europese militaire vliegtuigindustrie in handen. „Nederland speelt een sleutelrol, verscheidene landen zullen zich bij de keuze aansluiten”, aldus Dassault-topman Charles Edelstenne maandag in Parijs.
De Franse vliegtuigbouwer Dassault biedt Nederland een partnerschap „op basis van gelijkheid” in de bouw van haar gevechtstoestel Rafale. Volgens Edelstenne, voorzitter van de raad van bestuur, is dit een unieke kans voor de luchtvaartindustrie.
De Rafale van Dassault is een van de drie kandidaten om de Nederlandse F-16 op te volgen, die in 2010 uit de lucht gaat. De andere kanshebbers zijn de Eurofighter Typhoon en de Joint Strike Fighter van het Amerikaanse Lockheed. Naar verwachting neemt het kabinet nog deze maand een besluit over de order van 12 tot 14 miljard gulden.
De Koninklijke Luchtmacht en de vaderlandse luchtvaartindustrie steken hun voorkeur voor JSF niet onder stoelen of banken. Het kabinet worstelt met de beslissing omdat de Amerikanen voor een instapticket in de coproductie van JSF 1,8 miljard gulden verlangen. Bovendien willen de VS voor het einde van het jaar duidelijkheid hebben. Van de JSF bestaat alleen een testmodel.
Zowel Eurofighter als Dassault stuurt aan op uitstel. Zou Nederland bij Lockheed instappen, dan betekent dat vrijwel zeker ook het toestel bestellen. De exporttoestellen van JSF zijn niet voor 2012 te verwachten. Volgens de Fransen komt daar zeker twee tot drie jaar bij, zodat Nederland op z’n vroegst in 2015 over een opvolger van de F-16 kan beschikken. Naar verluidt stuurt de PvdA-fractie ook aan op uitstel van minimaal een jaar.
Exclusief
Omdat de tijd dringt, brachten de Fransen hun aanbod gisteren nog eens onder de aandacht. Een groep journalisten werd naar Parijs gevlogen. In een statig pand aan de Champs-Elysées legde Edelstenne uit dat de toekomst van de Europese luchtvaartindustrie eigenlijk van Nederland afhangt. „Als Nederland JSF koopt, is er op termijn geen Europese militaire vliegtuigindustrie meer. Ze kan dan niet overleven. Het is het sleutelland om een Europese defensie-industrie te leiden.”
Volgens Edelstenne zullen diverse Europese landen, waaronder Noorwegen, Denemarken en België, zich aansluiten bij de Nederlandse voorkeur. Het aanbod van Dassault is exclusief. Als Nederland er niet op ingaat, hebben de Fransen geen ander land achter de hand.
Dassault biedt samen met motorenfabrikant Snecma en radarproducent Thales een volwaardig partnerschap bij de verdere ontwikkeling en productie van de Rafale. Daarvoor vraagt het wel een Nederlandse investering van 200 miljoen euro (440 miljoen gulden). Die bijdrage levert volgens Dassault Nederland uiteindelijk 900 miljoen euro (bijna 2 miljard gulden) op. Besluit Nederland Rafale te kopen, dan wacht voor de industrie een omzet van 7 miljard euro.
Gelijkwaardig
De bevelhebber van de luchtmacht, luitenant-generaal D. Berlijn, vloog drie keer in de Rafale, de laatste keer eind november. Volgens Edelstenne zei Berlijn tegen hem dat twee van de kandidaten –JSF en de Rafale– gelijkwaardig zijn. „Het maakt hem niet uit wat het wordt.”
Als Nederland wil gaan voor massaproductie, moet het voor de JSF kiezen, aldus de voorzitter van de raad van bestuur van Dassault. „Wil het land meeontwikkelen en technologie uitbouwen, dan is de keus voor Rafale.” Van de JSF worden minimaal 3000 toestellen gebouwd. Dassault heeft voor de Rafale 294 bestellingen. Uit het buitenland is er interesse van Zuid-Korea.