„Chef Vaticaanbank zat achter ontvoeringszaak”
De aartsbisschop-directeur van Vaticaanbank zat achter de ontvoering van de dochter van een pauselijke medewerker. Dat zegt een nieuwe getuige in een zaak die de gemoederen in het Vaticaan bezighoudt.
Het is 1983 als onder andere de bank van het Vaticaan, officieus onderdeel van Vaticaanstad, in grote problemen komt nadat is uitgekomen dat de bank gelden heeft laten doorsluizen. Op 22 juni van dat jaar verdwijnt de 15-jarige Emanuela Orlandi, dochter van een ambtenaar in Vaticaanstad, spoorloos. Een paar getuigen herinneren zich vaag dat ze het meisje op klaarlichte dag in hartje Rome in een zwarte auto hebben zien stappen.Twee weken na de ontvoering -daarvan gaan de magistraten vooralsnog uit- neemt de Turkse terroristische groep de Grijze Wolven contact op. Deze stelt een gijzelaarsruil voor: het meisje komt vrij als de Turk Ali Agca, die in 1981 een aanslag op de paus pleegde en sindsdien in de gevangenis zit, wordt uitgeleverd. Van een ruil komt echter niets, en de mysterieuze zaak raakt in de vergetelheid.
Af en toe duikt een nieuw spoor op, zoals recent. Onlangs kwam een deel van de verklaringen naar buiten die de politie in maart optekende uit de mond van de geliefde van Enrico De Pedis, die tot zijn gewelddadige dood in 1990 de baas van de meest criminele organisatie van Rome was. „Enrico heeft het meisje naar de wens van aartsbisschop Marcinkus ontvoerd. Niet om geld te krijgen, maar om een signaal uit te zenden.”
Wie dat signaal zou hebben moeten opvangen, is niet duidelijk, maar het is mogelijk dat de vader van het ontvoerde meisje stilgehouden moest worden. Deze zou compromitterende documenten hebben ingezien, zegt de vrouw. In 1983 onderhandelde Vaticaanbank met de Italiaanse autoriteiten over een afkoopsom wegens het schandaal waarbij met medewerking van Vaticaanbank omgerekend zeker 1 miljard euro in het niets was verdwenen.
De nieuwe getuige zegt ook dat het meisje na een aantal weken gevangenschap in Rome zou zijn overgedragen aan een priester in de buurt van Vaticaanstad. Uiteindelijk zou het lichaam van het meisje in een betonmolen zijn gedumpt, een manier in maffiose kringen om van lichamen af te komen.
Het Vaticaan twijfelt of deze onwelkome getuige betrouwbaar is. Hoewel het zelden reageert op schandalen waarbij het Vaticaan betrokken zou zijn, kwam het onlangs met een opmerkelijk scherpe verklaring naar buiten. „Het doet ons pijn om te zien hoe vertrouwelijke informatie van een getuige van wie de betrouwbaarheid extreem dubieus is, zonder enige waarheidsbeproeving wordt verspreid”, schreef Federico Lombardi, hoofd van de persafdeling van het Vaticaan.
De persoon in kwestie, aartsbisschop Marcinkus, is twee jaar geleden overleden.
Het openbaar ministerie lijkt de zaak wel serieus op te nemen en zou overwegen de zaak te heropenen.