Voorafgaand aan de begrafenis werd in de Grote Kerk een rouwdienst gehouden. A. Schimmel, een zoon van de overledene, gaf eerst een overzicht van het leven van zijn vader. Daarna schetste een kleinzoon in enkele trekken wat voor persoon zijn grootvader was.Ds. P. J. den Admirant nam de tekst op de rouwkaart uit Efeze 2:8, „Uit genade zijt gij zalig geworden”, als uitgangspunt. Ds. Den Admirant zei dat de overledene weliswaar ooit een plek kreeg in het boek ”Markante personen uit Harderwijk” en zeer zeker ook een markante persoonlijkheid was, maar dat ds. Schimmel heel goed wist dat hij niet als zodanig zalig kon worden. De overledene wist dat hij niet voor God kon bestaan en daarom enkel van genade moest leven. Hij kreeg wat hij niet verdiende, omdat hij leefde uit de genade van Christus, Die zijn schuld had overgenomen, aldus ds. Den Admirant.

Op de begraafplaats sprak A. Schimmel, de oudste zoon van ds. Schimmel, een dankwoord. Nadat ds. Den Admirant Johannes 11:25 en 26 had voorgelezen, las hij de Apostolische Geloofsbelijdenis en besloot hij met het Onze Vader de begrafenisplechtigheid.