Begin vorig jaar zaten 2.194 Nederlanders in het buitenland gevangen. Dat aantal is hoog in vergelijking met ons omringende landen, waaronder Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk. Dat blijkt uit een onderzoek dat minister Hirsch Ballin van Justitie woensdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.De onderzoekers kunnen geen harde verklaring geven voor het feit dat relatief veel Nederlanders vastzitten over de grens. Ze vermoeden dat de goede verbindingen met het buitenland, onder meer via grote havens en de internationale luchthaven Schiphol, een rol spelen bij het grote aantal drugsdelicten waarvoor Nederlanders in het buitenland worden gepakt.

De helft van hen heeft cocaïne gesmokkeld of hierin gehandeld. Meestal deden ze dat om snel geld te kunnen verdienen. Ruim 40 procent van de Nederlanders die over de grens vastzitten, heeft schulden. Een groot deel van de gevangenen heeft ook in Nederland zelf al één of meer veroordelingen op zijn naam staan.

De minister schrijft dat het kabinet werk maakt van de schuldenproblematiek van Nederlanders. Dat moet mede voorkomen dat zij zich voor snelle winst laten verleiden tot drugssmokkel. Hirsch Ballin wijst verder op voorlichtingscampagnes over de risico’s van drugssmokkel en zijn aanpak om de productie en handel van drugs in Nederland te bestrijden. „Door de problematiek bij de bron aan te pakken, treft men ook de smokkel van drugs", aldus de bewindsman.