Door de bezuinigingen moeten ook 85 journalistieke banen sneuvelen. Donderdag zijn bij enkele van de Wegenerkranten (De Gelderlander en Brabants Dagblad) actievergaderingen aangekondigd. De Kamer en ook de bewindsman vreest journalistieke verschraling in de regio. „Maar we kunnen niet makkelijk ingrijpen", aldus de minister.„De situatie bij Wegener is acuut, en daarom is het logisch dat we er nu over praten", schetste Plasterk. „In het najaar kom ik echter met een brief over de situatie bij de pers en daarin komen ook dit soort ontwikkelingen aan de orde. Ik kan nu wel snel een reactie geven op het Wegener–verhaal, maar die zou beleidsarm zijn".

De PvdA–minister gaf aan dat de krantensector er een is waar de markt een dominante rol speelt. „Er is nu sprake van moeilijke marktomstandigheden, maar de politiek kan niet makkelijk ingrijpen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld bij de publieke omroep".

Over de hoge omroepsalarissen werd dinsdagavond ook gesproken, maar de Kamer en minister kijken nu in eerste instantie naar wat Hilversum gaat afspreken over de salariëring. De omroepen moeten komen met een beloningscode om torenhoge vergoedingen in de toekomst te voorkomen.

Maandag noemde Plasterk een maximaal jaarsalaris van 200.000 euro voor omroepmedewerkers. Dinsdag noemde hij dat „een schot voor de boeg", om aan te geven waar wat hem betreft de grens moet liggen. Maar eerst wacht hij op de omroepen. Een woordvoerder van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) zei dinsdag dat het „stemt tot tevredenheid" dat de branche nu zelf met de beloningscode aan de slag kan.