Regering Antillen veroordeelt racistisch geweld
De regering van de Nederlandse Antillen veroordeelt het „racistisch geweld" dat „door een handvol personen" is gepleegd op Curaçao in de nacht van donderdag op vrijdag. Dat maakte premier De Jongh–Elhage maandag bekend.
Een politieke demonstratie liep donderdagnacht uit de hand nadat demonstranten de hele dag actie hadden gevoerd tegen de invoering van de zogenoemde Maatregel van Rijkbestuur financieel toezicht. De demonstranten, aangevoerd door verschillende oppositiepartijen, zijn tegen deze maatregel die moet zorgen voor meer controle van het financieel bestuur. Volgens de demonstranten krijgt Nederland via de maatregel daarmee te veel invloed op Curaçao. Het aannemen ervan is een voorwaarde van Nederland om te beginnen aan de schuldsanering van de Antilliaanse eilanden waarover onlangs afspraken zijn gemaakt.Nadat Curaçaose Bestuurscollege donderdag de maatregel had aangenomen, zochten enkele tientallen boze demonstranten ruzie bij cafés die vooral worden bezocht door Nederlandse stagiaires. Daarbij werd een Curaçaose man aangevallen. Hij ligt met een schedelbasisfractuur in het ziekenhuis.Ook werden auto’s omver geduwd. De gezaghebber van Curaçao zei zaterdag al het „onaanvaardbaar" te vinden dat mensen zijn aangevallen.De Antilliaanse regering heeft maandag aangekondigd alle middelen aan te wenden om de verantwoordelijken te vervolgen en herhaling te voorkomen. Ook de politieke partijen die de afgelopen maanden de bevolking hebben opgeroepen te protesteren tegen het Nederland „rekolonialisme" kunnen op de afkeuring van de premier rekenen.
De Jongh–Elhage stelt dat zij alles in het werk zal stellen om de burger te beschermen tegen elke vorm van racistisch geweld. „De regering is er trots op dat in onze samenleving mensen van zeer uiteenlopende herkomst, ras en religie altijd in vrede hebben kunnen samenleven. Dit vreedzame samenleven zal de regering met kracht blijven verdedigen", aldus de Antilliaanse premier.