Opinie

Scheiding kerk en staat

Er is behoorlijk wat misgegaan rond de bouw van de Westermoskee in de Amsterdamse wijk De Baarsjes. Een voormalige wethouder heeft, zonder de gemeenteraad in te lichten, een verkapte lening van 2 miljoen euro verstrekt aan opdrachtgever Milli Görüs, een Turkse religieuze organisatie. Zijn opvolger heeft intussen excuses aangeboden voor de constructie, die door een van de gemeenteraadsfracties werd aangeduid als ongeoorloofde staatssteun.

30 June 2008 11:54Gewijzigd op 14 November 2020 06:02

De Westermoskee moest een grote moskee worden met een minaret van zo’n 40 meter hoog. Ernaast een Turks winkelcentrum, meer dan honderd woningen en nog wat verwante voorzieningen. De moskee zou ook een toonbeeld van integratie moeten worden: de verwerkelijking van het multiculturele sprookje waarmee met name politici uit het linkse kamp Nederland jarenlang zoet hebben gehouden.Het convenant dat de gemeente sloot met de vertegenwoordigers van de deelnemende moslims bevatte een bijzondere voorwaarde: de moslims moesten beloven de „ingezette liberale koers voort te zullen zetten.” Dat betekende onder andere het verdedigen van de vrijheid van meningsuiting, het tegengaan van radicalisering, het preken in het Nederlands en „het blijven bevorderen van de emancipatorische verhoudingen onder de leden”, lees: zorgen dat vrouwen geen ondergeschikte positie innemen. Het convenant bevat zelfs de bepaling dat de Westermoskee hierin een voorbeeldfunctie moest vervullen, ook buiten Amsterdam.

De betreffende passage is een van de redenen waarom er uiteindelijk een conflict ontstond tussen de woningbouwvereniging, het stadsdeel De Baarsjes en Milli Görüs. Zaterdag heeft burgemeester Cohen in Trouw aangegeven dat de gemeente hier over de schreef is gegaan. Er hadden geen voorwaarden gesteld mogen worden aan de leer die in de moskee zou worden gebracht. Daarmee overschrijd je de grens tussen kerk en staat, vindt Cohen.

Het is goed dat Cohen ruiterlijk toegeeft dat er fouten zijn gemaakt. Tegelijkertijd geeft de Amsterdamse burgemeester echter aan dat hij subsidies aan religieuze instellingen niet per definitie uitsluit. Om te zorgen dat iedereen in vrijheid zijn godsdienst kan belijden, moet de overheid soms extra voorzieningen bieden, zolang de overheid zich maar neutraal opstelt en opereert binnen de grenzen van het gelijkheidsbeginsel.

Positief aan de uitspraken van Cohen is dat hij hiermee onderstreept dat religie wel degelijk ruimte behoort te krijgen in het publieke domein. De overheid heeft een taak ten opzichte van gelovigen. Het is goed dat vanuit onverdachte hoek eens zo’n signaal afgegeven wordt tegenover de seculiere neutraliteit die alom gepredikt wordt.

Eerdere uitspraken van Cohen wijzen er echter op dat hij daarbij vooral de integratie van migranten en hun religies op het oog heeft. De „sociale cohesie” is voor hem leidend. Jammer dat hij daarmee opnieuw vervalt in het eerder genoemde sprookje. Zijn visie wijkt fundamenteel af van de gereformeerde visie op de staat. Daarin is het Woord van God maatgevend voor het overheidsbeleid en uit dien hoofde worden faciliteiten geboden aan religieuze instellingen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer