Aanbod drugs en heroïne verdubbeld
De recordoogst van de Afghaanse papaverboeren en de stijging van de Colombiaanse cocaproductie dreigen het drugsprobleem in de wereld te doen toenemen. Ongeveer 208 miljoen mensen hebben de voorbije twaalf maanden illegale verdovende middelen gebruikt, schat het VN-Bureau voor Drugs en Misdaad (UNODC) in zijn Werelddrugsrapport 2008.
Bijna 26 miljoen mensen zijn verslaafd.Volgens het UNODC produceerde Afghanistan in 2007 zoveel opium dat het wereldaanbod vorig jaar verdubbelde in vergelijking met 2005. Afghanistan is ook een belangrijke leverancier geworden van hasj; het is intussen Marokko al voorbijgestreefd. In Colombia werd in 2007 27 procent meer coca verbouwd dan het jaar daarvoor. In beide landen gebeurt het leeuwendeel van de illegale teelt in gebieden die onder controle zijn van opstandelingen, zegt Antonio Mario Costa, directeur van het UNODC.
De VN-instantie zegt dat de internationale gemeenschap er wel degelijk in slaagt het drugsprobleem in te dammen. Vergeleken met honderd jaar geleden wordt er wereldwijd bijvoorbeeld zowat 70 procent minder opium geproduceerd. De voorbije tien jaar is de drugsproductie in de wereld gestabiliseerd, aldus Costa.
Volgens Ethan Nadelmann van de Drug Policy Alliance, de belangrijkste Amerikaanse organisatie die alternatieven voor de oorlog tegen drugs naar voren schuift, probeert het UNODC „de geschiedenis te herschrijven.” Van het massale gebruik van opium in China ging honderd jaar geleden veel minder gevaar uit, en de daling die daarop volgde kan niet worden toegeschreven aan de internationale drugsbestrijding. Maar Nadelmann betreurt vooral dat het UNODC geen verband legt tussen de huidige aanpak van het drugsprobleem en de corruptie en het extreme geweld die ermee samenhangen.
Ook de „stabilisering” waar de VN-instelling het over heeft, wordt ter discussie gesteld. Het Transnational Institute (TNI), een niet-gouvernementele organisatie in Nederland die onderzoek verricht over het drugsbeleid, stelt dat de productie van opium en cocaïne in de afgelopen tien jaar significant is toegenomen.
„Er is behoefte aan een aanpak die rationeler, pragmatischer en menselijker is”, zegt Martin Jelsma van het TNI. „De strijd tegen het gebruik van verdovende middelen moet gebaseerd zijn op feiten, de mensenrechten respecteren en schadelijke gevolgen zo veel mogelijk binnen de perken houden.” Dat wil zeggen dat het UNODC zich bijvoorbeeld ook moet gaan bezighouden met het geweld dat drugsbendes in Mexico, de Cariben en Azië ontketenen.