Van de doodsvonnissen die in de eerste helft van dit jaar werden bekeken werd 15 procent afgekeurd, hetzelfde percentage als vorig jaar, zei de krant China Daily vrijdag.In de jaren tachtig werd de bevoegdheid van de opperste volksrechtbank om doodstraffen te evalueren afgeschaft in het kader van een campagne tegen de misdaad. Na schandalen rond gerechtelijke dwalingen en oneigenlijke vervolging werd de bevoegdheid vorig jaar weer ingevoerd.

Het schrappen van doodstraffen gebeurde in de meeste gevallen wegens gebrek aan bewijs of „misplaatstheid” van het vonnis, zei China Daily. De krant zei dat China de internationale trend volgt naar beperking van de doodstraf en op den duur, „als de sociale omstandigheden dat eisen”, wellicht zal overgaan tot afschaffing ervan. „Maar nu moet de doodstraf nog blijven.”

Ondanks recente hervormingen blijven de autoriteiten geheimhouden hoeveel executies er jaarlijks in China plaatsvinden. „We kunnen alleen maar vermoeden dat zij zich schamen voor het grote aantal mensen dat ter dood wordt gebracht”, zei Mark Allison, een onderzoeker van Amnesty International in Hongkong. Schattingen over het jaarlijkse aantal terechtstellingen variëren van honderden tot enkele duizenden.

Allison zei dat het lagere aantal terechtstellingen een stap in de goede richting is, maar dat de vijftien procent afwijzingen ook te denken geeft. Het betekent dat ongeveer zo’n percentage in de jaren daarvoor dus onterecht is geëxecuteerd.

Amnesty zegt dat vorig jaar minstens 470 Chinezen terecht zijn gesteld, vergeleken met 1.010 in 2006. Of er echt sprake is van een daling moet nog blijken. Het kan ook zijn dat de Chinese media minder vaak melding maken van executies, of dat het heringevoerde herzieningsproces, dat de nodige tijd vergt, een achterstand veroorzaakt.