Van verzuiling tot verzerking
Wie graag op een refokerkhof begraven wil worden, kan binnenkort mogelijk in Tholen terecht. Daar hebben vier plaatselijke kerken een aanvraag ingediend voor een eigen religieus-cultureel kerkhof.
Wie de interviews leest die de woordvoerder van de kerken gegeven heeft aan het RD en aan de PZC, begrijpt al snel dat het niet gaat om iets cultureels, maar dat geld het belangrijkste motief was. „Uit de nood geboren. De kosten rijzen de pan uit en op deze manier kunnen we het beter in de hand houden.” Het idee is dat christenen als vrijwilligers het onderhoud van het refokerkhof ter hand nemen en op den duur wellicht ook graven gaan delven.Doodlopende weg
Geld als motief voor verzuiling. Het is een doodlopende weg. Toen de zuil ontstond, werden er juist enorme financiële offers gebracht om biddend vorm te geven aan een diepgevoelde roeping. Het is dan ook wrang hier de zinsnede „uit de nood geboren” te horen. De eerste christelijke scholen zijn uit de nood geboren! Nu bouwen we de zuil uit om er financieel beter van te worden. Het leven is eruit. Versteende verzuiling. Verzerking. Het is een geruststellende gedachte dat er straks in Tholen een kerkhof beschikbaar zal zijn waarop we de totaal ontzielde zuil ten grave kunnen gaan dragen.
Ik kan de ernst van de situatie moeilijk beter illustreren dan met het interview zelf. De predikant noemt het plan een daad van christelijke barmhartigheid. „Niet zelden leven oudere reformatorische mensen van niet meer dan een AOW-uitkering. Het is een zaak van christelijke barmhartigheid, wanneer de reformatorische gezindte helpt.”
Sinds wanneer is christelijke barmhartigheid op zichzelf gericht? Heeft barmharigheid in 2008 nog iets te maken met ontferming over de naaste? De initiatiefnemers uit Tholen zullen toch ook begrijpen dat als de refo’s op het kerkhof hun eigen paadjes schoonvegen, de kosten voor anderen uiteindelijk nog verder stijgen? Hoe moet het met ouderen die van een uitkering leven en niet bij zo’n kerk horen? Is barmhartigheid: voor je eigen soort mensen zorgen? De route van dit soort barmhartigheid naar het Bijbelse begrip erbarmen lijkt me eindeloos veel langer en woester dan de weg van Jeruzalem naar Jericho, waarover die bewuste Samaritaan reisde.
Vertrouwen
„Bovendien”, zegt de woordvoerder, „hebben verreweg de meeste reformatorische mensen uit principiële overwegingen geen begrafenisverzekering.” De diagnose is pijnlijk maar onvermijdbaar: het denken over verzekeren is in een terminale fase beland. Ik heb geen verzekering, dus ik kan geen groot financieel risico aan. Ik dacht dat principiële niet-verzekeraars hun vertrouwen op de Heere stelden. Bovendien: bij een begrafenisverzekering valt geen risico af te dekken. Immers, niets is zekerder dan de dood. Als íémand daarvan overtuigd zou moeten zijn en zich (ook financieel) op de dood zou moeten voorbereiden is dat wel de christen die hierover zondag aan zondag hoort preken.
De initiatiefnemer zegt verder dat christenen zich kunnen ergeren aan „de buitensporig aandoende, dan wel on-Bijbelse wijze van rouw uiten in de directe omgeving van het eigen graf.” Je weet niet wat je leest: een eigen refohof omdat je je ergert aan niet-christenen. Is ergernis een vrucht van de Geest of een werk van het vlees? De Thoolse dominees hebben nog heel wat uit te leggen op de kansel. Ze zouden eens kunnen preken over 1 Korinthe 13: „De liefde is lankmoedig, ze is goedertieren, ze verdraagt alle dingen.” Of over de onbegrijpelijke ontferming van de Heere Jezus, die zich immers richt op zondaren met een „buitensporig aandoende, dan wel on-Bijbelse wijze” van leven.
Verder zegt de woordvoerder dat er op een eigen reformatorisch begraafgedeelte meer ruimte zal zijn voor de persoonlijke, stille meditatie, ook omdat de meeste stenen er sober uitzien en zijn voorzien zijn van een Bijbeltekst. Afgezien van het feit dat ik niet vaak mensen op een kerkhof zie mediteren, ontgaat het me totaal waarom je niet over een in graniet gebeitelde Bijbeltekst kunt mediteren, als op de zerk ernaast toevallig geen Bijbeltekst staat.
Onder een korenmaat
Maar er is meer. Veel ernstiger is deze denkrichting om een andere reden. Een Bijbeltekst op een grafsteen is een getuigenis. Moet we zo’n getuigenis verslepen van de publieke ruimte naar een refohofje?
Vorige week hoorde ik nog van een totaal onkerkelijke man, die onlangs op een kerkhof op de Veluwe een Bijbeltekst las. Hij zei zelfs: „Ik las de tekst op die grafsteen niet, maar die tekst kwam gewoon naar me toe.” Zo raakte deze man in contact met een plaatselijke kerkelijke gemeente. Er gaat van ons verzuilde christenen al zo weinig uit, moeten dan alle graven van Gods kinderen ook nog onder een korenmaat bedekt worden?
Bij de cultuur van reformatorische mensen horen volgens de plannenmakers sobere stenen. Ik zou daar maar beschaamd over zwijgen. Je krijgt het namelijk niet uitgelegd. Sobere grafstenen op het graf van een 21e-eeuwse reformatorische kerkganger bedekken maar al te vaak een leven dat zich heeft gekenmerkt door een streven naar luxe met dure auto’s en vette merkkleding.
Ontbinding
De Thoolse dodenakker tekent de refozuil in ontbinding. Misschien gaat het verzuilen nog even door: aparte veldjes, zodat leden van de ene kerk niet naast die van de andere hoeven te liggen. Muurtje ertussen. Hoe dan ook, verdere verzuiling zal de hartslag doen verstommen. Onze kerken en wij als kerkleden moeten ons niet richten op verzuiling. Hoeveel euro’s we ook besparen, de prijs is te hoog. Verdere verzuiling verziekt.
We moeten onze tijd en energie besteden aan betere dingen. Aan bezieling in plaats van verzuiling.
Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl