„Vechtpartij Urk had racistisch motief”
Zes inwoners van Urk zijn door de politierechter in Lelystad wegens openlijk geweld veroordeeld tot taakstraffen die variëren van 80 tot 240 uur.
Zij zouden op 1 april vorig jaar op de Staversekade een plaatsgenoot van buitenlandse afkomst in elkaar hebben geslagen. Volgens officier van justitie mr. Harmeijer ging het om een racistische actie: het slachtoffer zou vanwege zijn donkere huidskleur „niet passen in het straatbeeld van Urk.”De verdachten, tussen de 20 en de 24 jaar, waren de bewuste zondagmiddag met een paar kratten bier naar de haven getogen. Een van hen maakte een opmerking tegen een voorbijganger. Toen de passant op de groep afkwam, hebben de Urkers de man geslagen, geschopt en gestompt, ook toen hij al op de grond lag. Een van hen zou ook geprobeerd hebben hem de haven in te gooien, maar dat ontkende hij.
Het racistische motief haalde de aanklager vooral uit de woorden van de man die als eerste een klap uitdeelde en het zwaarst is bestraft. De 24-jarige Urker zou bij de politie gezegd hebben dat „die man daar niet hoorde.” Hij betuigde wel spijt over zijn actie, maar dan vooral omdat hij ervoor heeft vastgezeten. Dat motief gaven ook enkele medeverdachten op voor hun berouw. „U zou ook kunnen denken: Wat afschuwelijk wat die man is overkomen”, hield de rechter hen voor.
Als onderdeel van de taakstraf krijgen de Urkers een cursus tegen alcoholmisbruik. De rechter legde hen als waarschuwing ook drie maanden voorwaardelijke celstraf op. Hij adviseerde hen een vrouw te zoeken en te gaan trouwen. „Want dat is een goede remedie.”