De melding over Barajevs dood tijdens gevechten met Russische soldaten bleek dus niet juist. Het weinige dat over Barajev bekend is, toont hem als een gewetenloze crimineel. Als enige van de terroristen loopt Barajev ongemaskerd door het theater, zo bleek uit beelden die een Russische tv-ploeg mocht komen maken. Barajev zat in de keuken, met een zwarte muts op en een kalasjnikov op zijn schoot.

Barajev behoort tot de generatie van jonge Tsjetsjenen die met oorlog en misdaad zijn opgegroeid. In juni vorig jaar nam hij het commando over van een gevechtseenheid die werd geleid door zijn oom, Arbi Barajev. Deze krijgsheer, een belangrijk leider van de Tsjetsjeense opstand, was kort daarvoor gedood door Russische militairen. Arbi financierde zijn strijd voor onafhankelijkheid met ontvoeringen en slavenhandel. Moskou zei dat Arbi ook achter de ontvoering zat van drie Britten en een Nieuw-Zeelander die in 1998 onthoofd zijn teruggevonden.

Zijn neef Mowsar, geboren in het dorp Alchan-Kala, wierp zich al snel in de onafhankelijkheidsstrijd. Hij kreeg gevechtstraining bij de Jordaniër Chattab, die in december werd gedood. Mowsar maakte snel carrière bij de strijders. Ook deed hij veel van zich horen in Kavkas-Zentr, het blad van de radicale separatisten.

In Tsjetsjenië strijden rebellen al lange tijd om onafhankelijkheid van de deelrepubliek. Het Russische leger stationeerde er talloze soldaten en halverwege de jaren negentig kwam het zelfs tot een oorlog tussen de twee partijen. Duizenden burgers, soldaten en rebellen kwamen om. Het leger trok weg, maar keerde twee jaar geleden terug.

De rebellen die in het theater in Moskou zeker zevenhonderd mensen gijzelen, eisen dat alle Russische soldaten uit Tsjetsjenië vertrekken. Rusland ziet de deelrepubliek als bolwerk van terrorisme, opstand en criminaliteit.