Kerk in Zimbabwe in lastig parket
De crisis in Zimbabwe is ook goed te merken in het zuiden van het land, waar het door de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) gesteunde Morgensterziekenhuis staat. Er is een gebrek aan voedsel, zowel voor de staf als voor patiënten. Ook zijn de salarissen van het medisch personeel extreem laag.
Dat zei Herman ten Hove, directeur van het ziekenhuis, woensdagmorgen in het EO-radioprogramma De Ochtenden. De medewerker van de GZB is sinds mei met verlof in Nederland. Hoewel de arts niet geconfronteerd is met openlijke onlusten, is de crisis goed merkbaar.De arts heeft te maken gehad met dodelijke slachtoffers van politiek geweld. In het mortuarium van het ziekenhuis lagen geregeld mensen die overleden waren aan inwendige bloedingen als gevolg van afranselingen.
Het voelt voor Ten Hove vreemd aan om in Nederland van een afstand toe te kijken hoe de situatie in Zimbabwe zich ontwikkelt. „Je weet dat het heel moeilijk is om daar te functioneren. Iedere dag dat het langer duurt, zorgt ervoor dat het een maand langer duurt om alles weer op te bouwen.”
De GZB werkt in het Afrikaanse land samen met de Reformed Church of Zimbabwe (RCZ), die het Morgensterziekenhuis beheert. Volgens Ten Hove kan een kleine kerk als de RCZ zich beter niet uitspreken over politieke kwesties. De Zimbabwaanse Raad van Kerken en de bisschoppenconferentie kunnen dat wel doen en ze laten ook geregeld van zich horen. De uitspraken van de geestelijk leiders zijn vaak wel in algemene taal gesteld. „Ze roepen bijvoorbeeld op tot vrede en overleg tussen de oppositie en de regering.”
De kerk is in Zimbabwe de enige instantie die gezondheidszorg levert, omdat de overheid daar niet toe in staat is. Om met dat werk door te kunnen gaan, moet de kerk zich politiek op de vlakte houden.
De arts wil graag weer terug naar zijn post. Zijn collega Arian Paul is op dit moment ook met verlof in Nederland. De enige lokale arts is nu in zijn eentje verantwoordelijk voor de 240 patiënten in het Morgensterziekenhuis. In overleg met de GZB en de Nederlandse ambassade is echter besloten dat het vanwege de instabiele situatie beter is om nog in Nederland te blijven.
De zendingsarts denkt niet dat er uitgebreide etnische onlusten op zullen treden. Daarvoor lopen de politieke scheidslijnen te veel door de etnische grenzen heen. „Ik verwacht niet dat het tot genocide komt.”