Kritiek op vrijwillig lobbyregister EU
Niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) hebben kritiek op de instelling van een register voor de duizenden lobbyisten in Brussel, omdat deelname aan het register vrijwillig en de gevraagde informatie summier is.
„Dit is een symbolisch gebaar, geen stap voorwaarts”, meent Erik Wesselius van de organisatie ALTER-EU, die namens 160 ngo’s pleit voor meer openheid over het lobbyen in Brussel. In het register dat de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, heeft opgesteld, komen geen namen van individuele lobbyisten.Eurocommissaris Siim Kallas (Fraudebestrijding) stelt dat een vrijwillig register juist beter zal werken dan verplichte registratie. Een verplicht register vereist wetgeving, en dan moet er een exacte definitie komen van wat een lobbyist is. Bepaalde belangenbehartigers die daar niet in passen, kunnen dan alsnog vrij hun gang gaan. De Europese Commissie is bang dat strenge wetgeving ook mazen in de wet teweegbrengt.
Over een jaar gaat Brussel een evaluatie van het nieuwe systeem maken. Als dan blijkt dat er te weinig registraties zijn, kan het alsnog komen tot een verplichting.
In Brussel lopen naar schatting 15.000 lobbyisten rond die met een budget van in totaal 1 miljard euro namens bedrijven, organisaties en overheden proberen de Europese wetgeving te beïnvloeden. Het Europees Parlement wil voor contacten met europarlementariërs en hun medewerkers een eigen verplicht register.
Critici van het register stellen dat er veel te weinig informatie gevraagd wordt. Zo kunnen lobbykantoren zich melden, maar de individuele werknemers hoeven dat niet. Zo blijft het onbekend als een hoge EU-ambtenaar zijn ontslag indient en voor een lobbykantoor zijn vroegere collega’s gaat bestoken met adviezen over zijn oude dossiers.
Ook blijft onduidelijk welke bedragen lobbyisten van bepaalde bedrijven krijgen. De bandbreedtes die lobbyisten kunnen aankruisen in het register zijn 50.000 euro groot.
Lobbyisten verhullen soms hun ware identiteit. Zo bleek onlangs dat een belangengroep voor vrouwen met borstkanker betaald werd door de farmaceutische industrie.