„Inwoners VS geloven in alles”
Amerikanen zijn zeer religieus, zo blijkt uit een groot onderzoek. Maar wel op een andere manier dan veelal wordt aangenomen. „Het is niet zo dat Amerikanen in niets geloven. Ze geloven juist in alles.”
Het onderzoeksbureau Pew Forum on Religion & Public Life presenteerde maandag een onderzoek naar de religieuze praktijk van meer dan 35.000 volwassenen in de Verenigde Staten. Daaruit blijkt dat het beeld van geloof en religie in Amerika meer geschakeerd en genuanceerd is dan het op het eerste gezicht lijkt.Zo geldt voor de meeste ondervraagden dat ze weliswaar hun eigen geloof aanhangen, maar tegelijk delen van andere religies respecteren of zelfs praktiseren. „Hoewel de meeste geloofsopvattingen een exclusief karakter hebben, wijzen veel Amerikanen zo’n claim af”, aldus een onderzoeker. „Ze weigeren hun opvattingen op te leggen aan anderen.”
Het onderzoek maakt duidelijk dat 92 procent van de ondervraagden in God gelooft; vier op de vijf zeggen in wonderen te geloven en meer dan twee derde gelooft in engelen en demonen. Bijna een derde bidt dagelijks, terwijl twee op de vijf wekelijks minstens één godsdienstige samenkomst bijwoont. Ruim een derde zegt minstens één keer in de week uit de Bijbel te lezen, bijna de helft leest zelden in de Schrift.
Een aantal uitkomsten van het onderzoek verbaasde de onderzoekers. Zo is meer dan de helft van de ondervraagde evangelicalen van mening dat veel godsdiensten kunnen leiden naar het eeuwige leven. Bijna een derde van de rooms-katholieken ziet God als een onpersoonlijke kracht. En een op de vijf zelfverklaarde atheïsten zegt niettemin te geloven in God of in een universele kracht.
Volgens socioloog Michael Lindsay uit Houston laten deze gegevens zien dat de kwestie met religie in de Verenigde Staten niet zozeer is dat Amerikanen in niets geloven. „Ze geloven juist in alles. Religie is 3000 mijlen breed, maar slechts 3 inches diep.”