Opinie

Een verschil van leven en dood

De christelijke gereformeerde promovendus drs. W. A. den Boer stelt dat het beeld van Arminius moet worden bijgesteld omdat hij te veel vanuit de latere Dordtse Leerregels zou zijn beoordeeld (RD van donderdag). Dr. C. A. van der Sluijs plaatst daar een aantal kanttekeningen bij.

23 June 2008 10:17Gewijzigd op 14 November 2020 06:00
„De Dordtse Synode veroordeelde wel het standpunt van Arminius, maar nam toch een gematigde positie in bij de opstelling van de Dordtse Leerregels.” Foto RD
„De Dordtse Synode veroordeelde wel het standpunt van Arminius, maar nam toch een gematigde positie in bij de opstelling van de Dordtse Leerregels.” Foto RD

In de eerste plaats kan Arminius niet worden verstaan los van de theologische en kerkelijke ontwikkelingen van zijn dagen, en evenmin van dienovereenkomstige ontwikkelingen in de geschiedenis van de kerk der eeuwen tot op vandaag.Terwijl de Griekse kerkvaders vasthielden aan de vrijheid van de wil, leerde Augustinus daarentegen dat de menselijke wil niet vrij is en poneerde hij met kracht de uitverkiezing tot zaligheid uit genade alleen. Daarmee stelde hij zich diametraal op tegenover Pelagius, die de menselijke wilsvrijheid leerde.

In de tijd van de Reformatie werd dit opnieuw actueel in de vlijmscherpe discussie tussen Luther en de humanist Erasmus, waarbij de eerste zich onverkort stelde achter de kerkvader Augustinus en de laatste het gematigde semipelagiaanse standpunt innam van de toenmalige theologie binnen de middeleeuwse Rooms-Katholieke Kerk. Daarbij spitste de leer van de Reformatie zich toe op de augustiniaanse stelling van de totale en radicale onvrijheid van de menselijke wil ten goede en de dienovereenkomstige genadeleer, gestructureerd en onderbouwd met de uitverkiezing van eeuwigheid. Een ”historische Arminius” los van deze context heeft nooit bestaan.

In de tweede plaats vereenzelvigt Den Boer de Dordtse Leerregels te veel met Gomarus. Zijn opponent Arminius maakte bezwaar tegen de leer van de volstrekte verkiezing van eeuwigheid uit genade alleen. Dat zou de mensen hun verantwoordelijkheid ontnemen. Gomarus wierp zich op als de leider en de verdediger van de orthodoxie en stelde zich krachtig achter de predestinatieleer van Calvijn.

Dat daarbij een paar dingen begonnen te verschuiven ten opzichte van het geheel van de theologie van Calvijn, daarvan was Gomarus zich niet bewust. De verbitterde theologische strijd beperkte in niet onbelangrijke mate het theologische blikveld van Gomarus. Zijn ietwat verharde en harde zienswijze werd door de latere Synode van Dordrecht niet geheel overgenomen.

Afzwakking
De Dordtse Synode veroordeelde wel het standpunt van Arminius, maar nam toch een gematigde positie in bij de opstelling van de Dordtse Leerregels, waarbij naar mijn inzicht zelfs een zekere ’evangelische’ afzwakking van de predestinatie van Calvijn valt waar te nemen en een terugbuiging naar de lijn van Augustinus en Luther. Daarbij veroordeelde de Dordtse Synode het standpunt van Arminius, maar zwakte tegelijkertijd het standpunt van zijn opponent Gomarus af om aldus Arminius op een Bijbelse wijze van repliek te dienen.

In de derde plaats meen ik dat Den Boer het niet redt als hij Arminius enigszins probeert te ’redden’ door het hem vooral op te laten nemen voor de rechtvaardigheid van God, om zodoende te voorkomen dat God als auteur van de zonde zou kunnen worden aangemerkt. Dordt belijdt Gods rechtvaardigheid én zijn barmhartigheid in enen ten aanzien van Zijn heiligheid.

In deze belijdenis heeft Gods rechtvaardigheid alles van doen met Zijn scheppingsgerechtigheid én met de vreemde gerechtigheid van Jezus Christus, als zijnde barmhartigheid voor en over verloren zondaren. Door de rechtvaardigheid van God te verabsoluteren meent de promovendus in Apeldoorn de verantwoordelijkheid van de mens te ’redden’, die bij Gomarus (en zó in de Dordtse Leerregels, volgens Den Boer) op z’n minst onderbelicht zou blijven. Jammer, zeg ik dan. Daar is dan het bekende arminiaanse addertje weer onder het gras. Want kenmerkend voor het arminianisme van alle tijden is zijn mensmiddelpuntigheid: honoreer en activeer de verantwoordelijkheid van de mens!

Geraffineerd
Die menselijke verantwoordelijkheid is ongetwijfeld een Bijbels motief. Maar ánders wordt het wanneer dit Bijbelse gegeven antropologisch en humanistisch wordt bepaald en ingevuld. Dat was karakteristiek voor het arminianisme van toen en dat is het nog altijd voor vandaag.

Daarbij lijkt het verschil met het calvinisme miniem, maar in wezen is dit het verschil tussen leven en dood. Daarom dient het arminianisme als een geraffineerde en doodgevaarlijke zaak onderkend te worden. Daaraan hangt het leven van de Kerk vandaag.

In het arminianisme van toen en nu wordt de mens in een verkeerd verstane verantwoordelijkheid gemanipuleerd en daarmee in feite geëerd, in plaats dat God alle eer ontvangt in het behoud van een zondaar. De menselijke verantwoordelijkheid wordt evenwel niet waargemaakt of verwerkelijkt in de toewending van de mens naar God, maar in de genadige toewending van God naar de mens. Hóór en uw ziel zal leven!

De verantwoordelijkheid van de mens is daarmee niet antropologisch bepaald (vanuit de mens), maar theologisch (vanuit God). Arminius begreep dit niet. En arminianen van vandaag verstaan dit nóg niet. Want dat kan ook niet!

De auteur is emeritus predikant in de Protestantse Kerk in Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer