Ook de gezindte heeft haar afgoden
Busjes van taxibedrijven die kinderen naar de reformatorische Eliëzer en Obadjaschool in Zwolle vervoeren, waren de afgelopen weken oranje versierd. De school schreef een brief naar de vervoerders met het verzoek de versieringen weg te halen. De school kwam daarmee volop in de belangstelling van de media te staan en er waren uitingen van onbegrip. Directeur W. Visser legt uit wat hem en de school dreef.
Basel werd zaterdag overstroomd door een leger van 150.000 voetbalfans die zich hadden uitgedost in de meest vreemde kleding en op allerlei manieren uiting gaven aan de ’Oranjekoorts’. Ze konden hun helden alleen via het beeldscherm zien, maar ze wilden graag bij hen in de buurt zijn.Massapsycholoog Van Ginneken schreef zaterdag in dagblad Trouw: „Dit evenement beantwoordt aan een diepgaande behoefte om ons te identificeren met iets wat ons overstijgt. Vroeger hadden de kerken en zuilen die functie, maar die zijn enorm afgekalfd. Nu gaan we als alternatief op in een oranje massa.”
Brood en spelen
Als je al te nadrukkelijk nee zegt tegen deze Oranjegekte en je leerlingen op school daar wat voor wilt beschermen, dan blijk je opeens een publiekstrekker te zijn. Ongewild en ongedacht kwamen onze scholen voor speciaal (basis)onderwijs namelijk in het landelijk voetlicht te staan. Radio 1, RTV Oost, De Telegraaf, het Algemeen Dagblad en anderen wilden het naadje van de kous weten! Bestaan er echt scholen in Nederland die zich ver wensen te houden van de Oranjegekte? Eerlijkheidshalve: de gesprekken die we hadden met de pers waren zeker niet vervelend. Er was her en der zelfs respect voor onze mening, die we geprobeerd hebben te verwoorden overeenkomstig Gods Woord. Alleen waren de uitingen van ons Nederlandse volk niet zuinig. De grofste taal en verwensingen zijn over ons heen gerold en inderdaad waren er haatmails: sterf christenhonden! Uit dit alles zijn wel lessen te trekken. Voor ons allemaal!
Iemand merkte dezer dagen op dat de eerste christenen bloedig werden vervolgd in de eerste eeuwen, omdat ze, onder andere, niet meegingen naar de sportfeesten van de arena’s. Ze onttrokken zich -welbewust- als christenen aan een heel belangrijk deel van de Romeinse maatschappij. Wie niet boog voor de massahysterie rondom brood en spelen werd uitgespuugd. Je doet mee of hoort er niet meer bij! De intolerantie van de toleranten is tot op vandaag erg hoog.
Nee, wij worden niet bloedig vervolgd, maar wie niet meeloopt in de Oranje-euforie wordt bestempeld als achterlijk, bekrompen, als opvoeders die hun kinderen vaderlandsliefde onthouden! En echt, dit is nog maar het minste wat we uit de reacties doorgeven. Steeds maar weer wordt er (diep) verachtelijk gesproken over christenen die zich rekenschap proberen te geven van de opdracht: „Gij geheel anders.”
Kleine rand
Laten we samen wel beseffen dat we nog slechts een randverschijnsel zijn in ons vaderland. Wanneer we in onze kerken zitten en we nog veel goeds met elkaar hebben, lijkt het allemaal nog wel knus en fijn. Maar buiten onze kringen snapt bijna niemand meer wat ons beweegt en dringt. Het Godsbesef onder ons volk is heel ver verdwenen, weggezakt en de, naar ons idee, simpelste dingen moeten we uitleggen. Maar laten we dat ook maar doen, want dat is de Heere waard. Zijn dienst is een liefdedienst en geen dienst waarin mensen je afgoden zijn, die opgaan, blinken en verzinken.
Tegelijkertijd weten we dat er niet alleen van buitenaf, maar ook van binnenuit veel gevaren dreigen. De cijfers vanuit het RD-onderzoek naar het kijkgedrag die zaterdag werden gepubliceerd zijn veelzeggend. Er is absoluut een verschuiving aan het plaatsvinden. Vergelijkend onderzoek met vier jaar geleden zou dat mijns inziens scherp analyseren. Nu spreekt bij een aantal jongeren het geweten nog bij het volgen van de EK, maar dat aantal wordt helaas minder. Steeds meer jongeren vertellen ons dat het volgen van de EK en het feit dat je een gedoopte jongere bent heel best kunnen samengaan. Zo nauw neemt God het niet, hoor. Worden er in sommige kerken zelfs geen grote videoschermen opgehangen zodat iedereen de wedstrijd goed kan volgen? Zie je wel: voetbal is geen afgod en al zou het een beetje afgodendienst zijn: zo’n probleem maakt God daar niet van.
Ook ouders van onze reformatorische scholen geven aan de pers door dat ze er „anders over denken dan de school.” Dat doet pijn en geeft ons reden ons te verootmoedigen voor God. Wat gaat er in onze harten om? Hoe wereldgelijkvormig zijn we als reformatorisch gezindte al geworden? Hoeveel ouders zijn er gekluisterd aan de beelden van de ”godenzonen”? Hoeveel wordt er meegepraat op het werk en op scholen? Nee, daar gaat onze reformatorische gezindte bepaald niet vrijuit in. Laten we ons maar niet verheffen!
Toespitsing
Ons verheffen? Dat werd ons talloze malen verweten in de reacties in de pers. Moeten jullie je verheffen? Waar wordt er zo veel gevloekt als in de bussen die leerlingen vervoeren naar refoscholen? Hoeveel incestslachtoffers lopen er in jullie gezinnen rond? Hoeveel jongeren getuigen van onbeschoft en brutaal gedrag? Hoeveel machtsmisbruik is er? En moeten jullie dat vingertje dan weer eens opheffen om ons te verwijten dat wij fervente Oranjeliefhebbers zijn? De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. Wij zijn ons tenminste aan het verbroederen in plaats van tegenstellingen op te werpen.
Ook hier past ons een buigen, want op veel beschuldigingen hebben we geen ontkennende antwoorden. Er is onder ons veel wat indruist tegen God en Zijn geboden. Inderdaad past ons geen houding van: ”Wij zijn beter dan voetbalminnend Nederland”.
Wie zijn eigen hart heeft leren kennen, voelt zich niet beter en weet dat er ook allerlei andere zonden zijn die de Heere niet door de vingers kan zien. Maar dat neemt niet weg dat we mogen opkomen voor de Naam en de eer van de enige God, Die het waard is om gediend te worden en Die recht op ons heeft, ook in het openbare leven.
Inderdaad hebben wij zelfs in onze gezindte ook onze idolen voor wie we helemaal gaan. Laten we niet vergeten dat de wereld afgoderij invult door zijn vertrouwen te zetten op iets in plaats van de enige ware God, maar dat wij dezelfde afgoderij bedrijven als wij naast de enige ware God ons vertrouwen op iets anders zetten. Dat kan de Heere niet behagen, naar mijn stellige overtuiging. Maar onze eigen zonden overziende laat het onverlet dat we afstand nemen van de voetbalgekte van vandaag en we elkaar mogen opscherpen in het: ”Gij, geheel anders!”.
Tot mijn grote schande: wat heb ik in mijn jeugd een aantal jaren de voetbalgoden gediend. Ik snap onze jongeren wat dat betreft best. Maar ik mag ze ook zeggen: Hij heeft de liefde tot deze afgod verbroken, anders was ik er zeker nog een dienaar van. En van iets waarvan je weet dat het zonde is, daar mag je toch een ander voor proberen te bewaren? Laten we samen het gebed opheffen tot God: O God, bekeer onze jongeren, zodat ze breken met de afgod Voetbal. Heere, bekeer onze gezindte van haar eigen afgoden. Verlos ons vaderland van de massahysterie en de Oranjegekte.
MacCheyne bad, en wat was hij toen op zijn plaats: „O God, geef ons geheel Glasgow, geef ons geheel Aberdeen, geef ons geheel Schotland.” Zijn er zulke bidders?
De auteur is algemeen directeur van de Eliëzer en Obadjaschool Zwolle.