Europa
Een meerderheid in de Tweede Kamer onderschrijft het standpunt van het kabinet inzake de uitbreiding van de Europese Unie. Twee van de drie partijen die de regeringscoalitie vormden zijn echter tegen. Alleen doordat de oppositie zich achter de demissionaire premier opstelde, kreeg hij een meerderheid.De VVD vindt dat vier van de tien kandidaten voor het toelatingsexamen gezakt zijn en daarom ook niet meteen in 2004 moeten worden toegelaten. De LPF is zelfs van mening dat er voorlopig helemaal geen nieuwe lidstaten bij mogen komen. Eerst moet de EU in eigen huis orde op zaken stellen.
De bestuurbaarheid van de EU is nu inderdaad al een probleem. En hoe meer lidstaten er bij komen die de besluitvorming met hun vetorecht kunnen blokkeren, des te moeizamer dat zal gaan. Daarnaast is er het punt van de herziening van het landbouwbeleid. Als op dat vlak niet wordt ingegrepen, gaat na de uitbreiding van Europa de agrarische sector een nog groter deel van de Europese begroting opslokken dan nu al het geval is. Maar met Frankrijk, dat het meeste voordeel heeft van de Europese landbouwsubsidies, is op dit punt moeilijk zaken te doen.
Op zich is het een vreugdevolle zaak dat thans de toetreding van een groot aantal Oost-Europese landen tot de EU aan de orde is. Wie had dat vijftien of twintig jaar geleden kunnen denken? Toen behoorden Oost- en West-Europa tot verschillende werelden. Ook al vertoonde het IJzeren Gordijn uit de tijd van Stalin inmiddels allerlei scheuren, het hing er nog steeds.
Maar ook vóór de communistische tijd was er een duidelijk welvaartsverschil tussen West- en Oost-Europa. Bovendien zijn er ook niet te verwaarlozen verschillen in geschiedenis en cultuur. De meeste Oost-Europese kandidaat-lidstaten hebben eeuwenlang deel uitgemaakt van het Russische of het Turkse rijk. Dat waren despotische rijken bij uitstek. Bovendien liggen zij op de breuklijn tussen het oosterse en het westerse christendom.
Zoals het binnen de Bondsrepubliek nog een hele tijd zal duren voordat het effect van de voormalige zonegrens verdwenen is, zo zal dat ook binnen de EU met het IJzeren Gordijn het geval zijn. Een meer geleidelijke toetreding van de voormalige communistische landen had zeker de voorkeur verdiend.
Maar nu het eenmaal zo gelopen is, doet Nederland er geen goed aan om op het laatste moment als dwarsligger op te treden. De politieke en economische situatie in de meeste Oost-Europese landen is nog steeds labiel. Wanneer sommige daarvan nu op het laatste nippertje zouden worden afgewezen, kan dat gemakkelijk averechtse effecten hebben. Een herlevend nationalisme, met de daarbijbehorende autoritaire regeringsstijl en een harde opstelling ten opzichte van minderheden, zoals in Slowakije onder Meciar, is niet ondenkbaar.
De afwijzende opstelling van de VVD moet ook gezien worden in het licht van de komende verkiezingen. Ook in Nederland loopt de bevolking minder warm voor een uitbreiding van Europa dan de politieke elite. Maar in een referendum over deze zaak ziet de VVD niets. Dat is ook in lijn met het algemene standpunt van de VVD inzake referenda. Voor een partij als de LPF ligt dat anders.