Woord voor de wereld
Woedende reacties kreeg de Haagse SGP/ChristenUnievertegenwoordiger M. Suurmond vorige week van collega-politici. Hij waagde het zijn afkeuring uit te spreken over het homofestijn Roze Zaterdag. Op zijn weblog hekelde Suurmond de „homoverheerlijking” en „het meeblazen in het prohomoseksuele koor.”
Hoon viel ook het Almeerder ChristenUnieraadslid J. Huizenga de afgelopen dagen ten deel toen hij meldde dat praktiserende homoseksuelen zijn partij in zijn optiek niet kunnen vertegenwoordigen.Hoeveel ruimte hebben christenpolitici in het uitdragen van de Bijbelse boodschap, ook als die dwars tegen de heersende mening ingaat? Hoe vertolken ze hun diepste overtuiging? Is het raadzaam om in de politieke arena te wijzen op Gods Woord? Drie lokale christenpolitici spreken zich uit.
„Lukraak citeren Bijbelteksten werkt averechts”
ChristenUnieraadslid Hadassa Meijer-Ytsma, sinds zes jaar actief in de gemeenteraad van Enschede.
Merkt u weerzin als u zich in de politiek beroept op uw orthodox-christelijke levensovertuiging?
„Ik ervoer duidelijk weerstand toen ik het als pas begonnen CU-raadslid in een commissievergadering opnam voor gewetensbezwaarde ambtenaren die geen homohuwelijk willen sluiten. De reacties kwamen vooral van leden van homobeweging COC, die gebruikmaakten van hun inspraakrecht.
Die mensen maakten me uit voor alles wat mooi en lelijk is, vonden de christelijke bezwaren belachelijk en vergeleken me zelfs met Hitler. Dat raakte me heel erg. Ik kreeg geen steun van andere partijen, op die van een enkele kleine partij na.
Ik heb christenen bij die inspraakmogelijkheid gemist. Christenen denken te vaak dat wij politici het allemaal wel opknappen. Als christenen gebruik hadden gemaakt van hun inspreekrecht, zouden de raadsleden merken dat een partij als de ChristenUnie heel wat burgers vertegenwoordigt die ook moeite hebben met het homohuwelijk.”
Is het raadzaam om in de lokale politiek een beroep te doen op de Bijbel?
„Het lukraak Bijbelteksten citeren werkt averechts. Daar strijk je seculiere partijen alleen maar mee tegen de haren in. Iemand van bijvoorbeeld de SP loopt ook niet continu uit een geschrift van Mao te citeren.
In de praktische gemeentepolitiek, denk aan een discussie over eenrichtingsverkeer op een weg, moet je niet met Bijbelteksten aankomen. Tijdens een principieel debat over embryoselectie zou je wel kunnen spreken over God, Die het leven heeft gegeven.
Alleen tijdens algemene beschouwingen of bij heel belangrijke debatten zullen we iets uit de Bijbel naar voren brengen. Zo wensen we het college tijdens de algemene beschouwingen Gods zegen toe.
Hoewel we dus niet snel uit de Bijbel zullen citeren, is de Bijbel echt wel ons richtsnoer. Dat voelen onze collega-politici ook wel aan. Zo pleiten we als ChristenUnie voor een goede zorg voor het gezin. Bij ouders zélf ligt in eerste instantie de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen, niet bij de kinderopvang. Onze ideeën halen we rechtstreeks uit Gods Woord, met daarin het gebod ”Eert uw vader en uw moeder”.”
Hoe reageren uw collega’s op uw opvattingen over homoseksualiteit?
„Dat is hier geen item. Zelf keur ik de homoseksuele praktijk op grond van de Bijbel af. Maar ik wil niemand beschadigen. Ik kan me wel kwaad maken over de dubbele moraal dat mensen wel van alles mogen roepen over christenen maar dat wij als christenen amper een mening mogen hebben, bijvoorbeeld dat praktiserende homoseksualiteit zonde is.”
Heeft uw inbreng effect op uw collega’s in de politiek?
„Politiek gebaseerd op Bijbelse principes is goed voor de samenleving. Juist deze week was er grote steun in de raad voor een notitie van een CDA-wethouder om mensen in de bijstand en mensen met een minimuminkomen hun talenten te laten gebruiken. Ik sprak mijn CDA-collega naast me aan: „Gaaf hè, deze gedachte komt rechtstreeks uit de Bijbel.” Daarin staat de gelijkenis over de talenten. Als ik in de raad vijf Bijbelteksten had geciteerd over die gelijkenis, hadden velen gesteigerd. Nu werd de notitie unaniem aangenomen. Het is belangrijk je boodschap goed te verpakken. Waarbij het belangrijk is om het doel voor ogen te houden: de samenleving dichter bij God brengen.”
„Zet mensen maar aan het denken”
ChristenUnieraadslid Addy Stoker, sinds dertien jaar actief in de raad van Leeuwarden.
Merkt u weerzin als u zich in de politiek beroept op uw orthodox-christelijke levensovertuiging?
„In het geheel niet. Wel ervaar ik dat het moeilijk is om een goede dialoog te voeren. Deze week bijvoorbeeld stemde een grote raadsmeerderheid ermee in dat Leeuwarden meevaart tijdens het homofestijn Gay Pride in Amsterdam. Wij hebben tegengestemd. Veel mensen hebben moeite met zo’n extreem festijn. Bovendien ligt Amsterdam ver van Leeuwarden. Het is dus mal om daar gemeentelijk geld voor uit te trekken.
Voorstanders zeggen dat ze de dialoog willen bevorderen. Maar ik vraag me af of ze werkelijk dialoog willen. Ik heb het gevoel dat men graag koploper van de homo-emancipatie wil zijn. Ik ervaar mijn bijdrage aan het debat toch als eenrichtingsverkeer. In zo’n kwestie is er sprake van machtspolitiek: „Wij horen u netjes aan, debat is leuk, maar wij doen wel wat wij willen.” Uiteindelijk beslist de meerderheid.”
Is het raadzaam om in de lokale politiek een beroep te doen op de Bijbel?
„Een christen heeft een woord voor de wereld, dus heb geen schroom uit de Bijbel te citeren. Zet mensen maar aan het denken. Tijdens algemene beschouwingen wens ik politici Gods zegen toe. Dat wordt gewaardeerd.
Tegenover collega’s van bijvoorbeeld het CDA kan ik wat makkelijker iets uit de Bijbel aanhalen dan tegenover raadsleden van niet-christelijke partijen. Ik herinner me een debat over een gemeentelijke bijdrage aan de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers. Wij wilden een bedrag geven van 50.000 gulden, het CDA bleef steken op 30.000. Toen heb ik de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan aangehaald. Die zorgde er toch ook voor dat de herbergier netjes kreeg wat hij verdiende?
Ik heb wat moeite met de term christelijke politiek. Met die term moet je voorzichtig zijn. Ik spreek liever van christenen die politiek bedrijven. Je moet er immers op bedacht zijn dat bepaalde politieke keuzes in concrete situaties jóúw keuzes zijn en daar moet je niet meteen het woord christelijk aan verbinden.”
Hoe reageren uw collega’s op uw opvattingen over homoseksualiteit?
„Door de jarenlange discussie over de gewetensbezwaarde ambtenaar Eringa weten mijn collega’s hoe onze partij over het homohuwelijk denkt. Zo heeft God het huwelijk niet bedoeld. Discussies hierover worden niet meer op de spits gedreven.
Zelf vind ik dat een praktiserende homoseksueel de ChristenUnie moet kunnen vertegenwoordigen. Natuurlijk zal zo iemand het gesprek met een selectiecommissie van de partij aangaan. Iemand moet aanspreekbaar zijn op het Woord van God.
Of ik vind dat de homoseksuele praxis zonde is? Daarop geef ik geen antwoord. Ik ga een ander in ieder geval niet de wet voorschrijven, dat moet eenieder voor zichzelf verantwoorden.
Ik maak in de politiek heel duidelijk dat onze partij helemaal niets te maken wil hebben met discriminatie van homo’s. Tegen geweld tegen homo’s keren wij ons fel. Homo’s hebben het soms best moeilijk. Goede voorlichting op scholen in de strijd tegen discriminatie is daarom belangrijk. Als godsdienstdocent hoor ik leerlingen soms denigrerende opmerkingen maken over homofielen. Dat accepteer ik niet. God gebiedt ons Hem, maar ook onze naaste lief te hebben.”
Heeft uw inbreng effect op uw collega’s in de politiek?
„Een tijd terug kwam een raadslid van een linkse partij naar me toe. Hij bedankte me hartelijk dat ik hem Gods zegen had gewenst en zei dat hij die zegen echt nodig had gehad. Toen ontstond er een gesprek over problemen waarmee hij te maken had.”
„Ik probeer vanuit de TienGeboden iets aan te reiken”
SGP/ChristenUniefractievoorzitter André van der Reest in Goes.
Merkt u weerzin als u zich in de politiek beroept op uw orthodox-christelijke levensovertuiging?
„Eigenlijk niet. Anderzijds komen er weinig reacties los. Eén keer raakte ik in een diepgaande discussie met GroenLinks over de scheiding kerk en staat. Dat was naar aanleiding van de kwestie rond gewetensbezwaarde trouwambtenaren. Helaas kapte de voorzitter deze discussie halverwege af.
In de raad van Goes is 80 procent van de onderwerpen die aan de orde komen van praktische aard. Natuurlijk kijk ik daarbij of de Bijbel iets te zeggen heeft voor mijn standpuntbepaling. Hoofdzakelijk komt dit echter om de hoek kijken als het gaat om de zondagsrust, winkelopenstelling op zondag, de discussie rond bezwaarde trouwambtenaren of de aandacht voor waarden en normen. Onze fractie beroept zich in zo’n debat van ganser harte en voluit op de Bijbel. Ik probeer bijvoorbeeld vanuit de Tien Geboden aan te reiken waarom wij voor of tegen iets zijn. Niet heel geforceerd. Ik kan en wil mijn collega’s niet iets dwingend opleggen. Wel geef ik aan dat het goed voor hen kan uitpakken als ze zich houden aan Gods geboden.”
Is het raadzaam om in de lokale politiek een beroep te doen op de Bijbel?
„Wij citeren weinig Bijbelteksten. Voor veel raadsleden is een Bijbelwoord iets van heel lang geleden of iets waarvan ze niets kennen. We gebruiken begrijpelijke taal om ons Bijbelse standpunt uit te leggen. Bijvoorbeeld dat een huwelijk een goddelijke instelling is en niet alleen een juridische constructie. Ik let wat dat betreft op de couleur locale, zodat men luistert naar onze bijdrage. In een debat over een aangelegen thema voor de SGP/ChristenUnie benoem ik eerst seculiere argumenten. In het debat over de koopzondagen heb ik onder meer bezwaar gemaakt tegen de 24 uurseconomie. Meestal besluit ik met het voor ons meest zwaarwegende: de principiële, Bijbelse noties. Die volgorde is zo gegroeid, maar ik denk dat het laatste punt dat je maakt in het debat het best blijft hangen.”
Hoe reageren uw collega’s op uw opvattingen over homoseksualiteit?
„Afgezien van de discussie over trouwambtenaren speelt dit thema tot op heden niet in onze raad. De meest diepgaande discussies hebben over het algemeen na afloop plaats. Het gebeurt bijvoorbeeld een aantal keren per jaar dat ik benaderd word door mederaadsleden. Ze willen dan meer weten over de achtergronden van kanttekeningen die ik op grond van mijn levensovertuiging in het debat heb gemaakt bij een bepaald onderwerp. Dat gebeurde onder meer in de zaak rond de gewetensbezwaarde trouwambtenaren. Vaak zijn dat positieve gesprekken.”
Heeft uw inbreng effect op uw collega’s in de politiek?
„We worden serieus genomen. Maar als het gaat om een principiële stellingname hoor je hooguit: „We respecteren uw standpunt.”
Gelukkig is er een goede onderlinge verhouding ontstaan gedurende deze raadsperiode. Zodra de SGP of ChristenUnie landelijk gezien onder vuur ligt vanwege identiteitsgevoelige thema’s, krijgen ook wij vragen. In de samenleving zie je op zo’n moment een pavlovreactie ontstaan: De algemene teneur is dat er eens flink gehakt moet worden richting SGP of ChristenUnie. Aan de andere kant heb je een moment van aandacht die je kunt gebruiken om mogelijke vooroordelen weg te nemen. Ik zie dat meer als een kans dan als een bedreiging.”