Plasterk bekritiseert rapport-Dijsselbloem
Minister Plasterk van Onderwijs weigert de hoofdconclusie van de commissie-Dijsselbloem, die onderzoek deed naar de onderwijsvernieuwingen van de afgelopen decennia, over te nemen.
Dijsselbloem stelt in zijn rapport dat „de overheid haar kerntaak, het zekerstellen van de kwaliteit van het onderwijs, de afgelopen jaren ernstig heeft verwaarloosd.”De bewindsman erkende woensdag in de Tweede Kamer, tijdens het debat over het rapport-Dijsselbloem, wel dat er bij verschillende vernieuwingen in het voortgezet onderwijs fouten zijn gemaakt. Hij vindt echter niet dat er sprake is van ernstige verwaarlozing. De oppositie voelde Plasterk gisteren stevig aan de tand over zijn stellingname, maar hij gaf niet toe.
De SGP-fractie in de Tweede Kamer staat als enige oppositiefractie ook niet achter de hoofdconclusie van het rapport. Fractievoorzitter Van der Vlies vindt dat van de conclusie te veel de suggestie uitgaat dat er sprake is van verwijtbaar handelen. Daarvan was volgens de SGP’er geen sprake. Hij vindt dat de Kamer ook de hand in eigen boezem moet steken. Uiteindelijk heeft die met alle onderwijsvernieuwingen ingestemd.
Van der Vlies vindt dat hijzelf in de afgelopen 25 jaar als onderwijswoordvoerder te gemakkelijk heeft ingestemd met vernieuwingen die met bezuinigingen gepaard gingen.
Plasterk sprak woensdag waarderende woorden over artikel 23 van de Grondwet, dat de vrijheid van onderwijs borgt: „Dat is waardevol. Twee derde van de Nederlanders is het daarmee eens, want zij sturen hun kind naar het bijzonder onderwijs. De regering heeft geen enkel voornemen om af te zien van het artikel.”
De bewindsman weersprak het verwijt dat het bijzonder onderwijs verantwoordelijk is voor het ontstaan van witte en zwarte scholen. „Misschien vangen bijzondere scholen iets minder leerlingen van allochtone afkomst op, maar dat heeft ook te maken met de plaats waar de scholen staan.”
Staatssecretaris Dijksma nam afstand van de Amsterdamse deelraadsvoorzitter Marcouch en staatssecretaris Aboutaleb. Die vinden dat openbare scholen met veel islamitische kinderen best meer rekening mogen houden met de overtuiging van leerlingen en ouders. „Als zij daarmee bedoelen dat de huidige regelgeving voor religie op openbare scholen aangepast moet worden, dan neem ik daar afstand van. Het kabinet is niet voornemens de wet te wijzigen”, aldus Dijksma.