Vaderschapsverlof
In het commentaar van zaterdag 14 juni wordt terecht gesteld dat een kostwinner de verantwoordelijkheid van de opvoeding niet volledig op de schouders van de andere ouder mag leggen. De opvoeding is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van beide ouders, vervolgt het betoog.
Het voorstel om twee weken betaald kraamverlof in te voeren, wordt echter niet met gejuich begroet: „(…) dergelijke voorstellen zijn met name ingegeven door emancipatorische belangen. Als de vader meer thuis is, kan de moeder gemakkelijker buitenshuis gaan werken.” Het verbaast mij dat er zo’n waarschuwing wordt geplaatst bij de intentie van initiatiefnemers van dergelijke regelingen. Het bedrijf dat met zo’n regeling begon, is &Samhoud, de werkgever van mijn man. Sinds 2006 krijgen kersverse vaders er twee maanden(!) betaald kraamverlof. Na de geboorte van onze derde zoon hebben wij dankzij deze regeling ruimschoots de gelegenheid gekregen om deze nieuwe periode als gezin te beleven. En dat was ook juist de intentie van &Samhoud. Bovendien lijkt het mij onwaarschijnlijk dat een vrouw de eerste weken na een bevalling buitenshuis gaat werken. Kortom, invoering van het kraamverlof dient mijns inziens zeker de emancipatie, maar dan wel de emancipatie van het gezin! Dit pro gezinsinitiatief verdient onze steun. Ik spreek uit ervaring.Evelien Geelhoed-Janse
Siertuin 32
3994 ZK Houten
Karl Barth
Dr. K. van der Zwaag schreef een boeiend en instructief artikel over de vertaling van Karl Barths ”Römerbrief” (RD 11-6). Hij schrijft „De Romeinenbrief slaat in als een bom en maakt Barth in één klap beroemd.” Dat is juist en onjuist. Er ging een andere klap aan vooraf, namelijk een bittere teleurstelling. Barth werd beroemd door de tweede druk van de Römerbrief, maar de eerste druk was een fiasco. Geen enkele uitgever wilde het manuscript aannemen. Niemand zag er brood in. Na lang zoeken vond Barth de onbekende drukker G. A. Bäschlin uit Bern bereid het boek te drukken. Bäschlin had twee voorwaarden: de oplage werd duizend exemplaren en er moest een financiële bijdrage komen. Barths vriend Pestalozzi financierde royaal. De uitgave werd voor auteur én drukker een diepe teleurstelling. Het boek werd nauwelijks gerecenseerd. Van de oplage werden ca. 200 exemplaren als presentexemplaren verzonden en ca. 300 exemplaren werden verkocht. Wat er met de andere 500 exemplaren is gebeurd, is mij onbekend. Ik vrees dat ze vernietigd zijn. De klap kwam voor Barth zeer hard aan, maar hij liet zich niet uit het veld slaan en drie jaar later verscheen de tweede druk, die in heel Europa „als een bom insloeg” en hem tot een beroemd theoloog maakte. Enkele maanden na de verschijning van de tweede druk van de Römerbrief werd Barth benoemd tot hoogleraar in Göttingen.
Drs. Ton Bolland
Weerdestein 81
1083 GE Amsterdam
Selectie
Ds. P. Roos adviseert om als krant selectiever te werk te gaan (RD 16-6). Als dit advies opgevolgd wordt, zou het RD zeer bekrompen en eenzijdig worden. Mensen uit de achterban van de ChristenUnie of CDA-stemmers, zoals ik, zouden niets meer van hun mening vertolkt zien. Wij hebben juist voor het RD gekozen vanwege de brede achtergrondinformatie en eerlijke voorlichting. Daar behoef je het niet mee eens te zijn, maar ook de tegenstem wordt gehoord. Wie de artikelen over het rapport-Cnossen en over de embryoselectie turft, komt uit op 85 procent tegengeluiden en 15 procent met enig begrip of voorstanders. Er is gezien de achterban van het RD nu reeds sprake van een terechte eenzijdigheid. Helaas merken we steeds meer dat 0,5 procent van de christenen in de wereld het allemaal veel beter weten dan de andere 99,5, want dat is de verhouding van de rechterflank ten opzichte van het overige christendom. Een beetje bescheidenheid is zeker op zijn plaats. Wij kunnen als kleine minderheid hooguit nog getuigen zijn, maar niet meer alle zaken naar onze hand zetten. Wie democratisch christen is, hoeft zijn of haar principes niet te verkwanselen,maar kan andersdenkenden niet zijn wil opleggen. Wie dat wel wil, kan geen enkele overheidsfunctie meer vervullen. In een regering probeert iedere partij zo veel mogelijk van haar uitgangspunten te realiseren en dat betekent altijd compromissen. In de oorlog waren er twee goede soorten burgemeesters, zij die aanbleven om nog te redden wat te redden viel en zij die absoluut niets met de bezetters te maken wilden hebben. Beiden hadden gelijk. Daarom mijn advies: ga door op de ingeslagen weg waarbij mét de nodige kanttekeningen, verschillende geluiden worden gehoord. Eenzijdigheid is de dood in de pot!
P. A. C. Brandsma
Stationsstraat 48
3881 AE Putten