Kerk & religie

De gereformeerde wortels van het baptisme

Menige Nederlander uit de gereformeerde gezindte ervaart in het contact met baptisten in het buitenland geestelijke herkenning, zowel op het gebied van levensstijl als van de beleving van het geloof. Een aantal toonaangevende studies van de afgelopen tijd geeft inzicht in de achtergronden van het baptisme.

Dr. P. de Vries
19 June 2008 08:03Gewijzigd op 14 November 2020 05:59
Het theologisch seminarie van de Southern Baptists in Louisville, waarvan Albert Mohler president is. Mohler behoort tot een stroming die terug wil naar de gerefor meerde wortels van het baptisme. Foto RD
Het theologisch seminarie van de Southern Baptists in Louisville, waarvan Albert Mohler president is. Mohler behoort tot een stroming die terug wil naar de gerefor meerde wortels van het baptisme. Foto RD

De laatste jaren verschenen enkele boeken over de wortels van het baptisme en met name over het gereformeerde karakter ervan. Toonaangevend is vooral de driedelige serie ”The Baptists”, over het baptisme en over sleutelfiguren die de baptistische identiteit stempelden, geschreven door Tom Nettles. Hij is hoogleraar kerkgeschiedenis aan het Southern Baptist Theological Seminary in Louisville, Kentucky. Vorig jaar verscheen het laatste deel (uitgave Christian Focus Publications, Fearn, Schotland).Het baptisme gaat terug op de Engelsman John Smith. Smith was een puriteins theoloog die vanwege zijn overtuiging moest uitwijken naar Nederland. Daar kwam hij mede door contacten met doopsgezinden tot de overtuiging dat de kinderdoop geen Bijbels fundament heeft.

Met John Smith en zijn landgenoot Thomas Helwys begint het baptisme. In de leer van de rechtvaardiging sloten zij zich aan bij de Reformatie, maar in de leer van de kerk en van de sacramenten bij de doopsgezinden. Daarbij moet worden opgemerkt dat Smith zich in zijn baptistische fase distantieerde van de leer van de uitverkiezing die hij als puriteins theoloog had voorgestaan. De geestelijke navolgers van Smith noemen we ”general baptists”: baptisten die ervan uitgaan dat de verzoening algemeen is.

In Engeland ontstond in het begin van de jaren veertig van de zeventiende eeuw een calvinistische variant op het baptisme. Dit gebeurde binnen een congregationalistische gemeente in Londen. Binnen deze stroom nam men een gewijzigde versie van de Westminster Confessie aan, de ”Second London Confession”.

Overheid
Het gereformeerde baptisme aanvaardt samen met de Reformatie zonder reserve de klassiek christelijke visie op de Drie-eenheid en de persoon van Christus. Evenals de Reformatie belijdt hij de uitgestrektheid van Gods genade en de rechtvaardiging door het geloof. De gereformeerde verbondsleer zoals die in de gereformeerde orthodoxie na de Reformatie tot ontwikkeling kwam, namen de baptisten over, al beperkten zij het verbond van genade nadrukkelijk tot de gelovigen dan wel tot de uitverkorenen.

In de kerkleer gaan ze, evenals de congregationalisten, uit van de volstrekte autonomie van de plaatselijke gemeente. De gemeente bestaat uit mensen die als wedergeborenen mogen worden beschouwd op grond van hun bekeringsverhaal en daarom de sacramenten mogen gebruiken.

In tegenstelling tot de doopsgezinden achten de baptisten het bekleden van een overheidsambt niet strijdig met de roeping van een christen, maar in onderscheid met de klassiek gereformeerde visie kennen ze aan de overheid geen taak toe op het gebied van de bevordering of handhaving van het christelijke geloof.

In Amerika waren de baptisten welbewuste verdedigers van het amendement op de constitutie dat de scheiding tussen kerk en staat regelt. Daarbij moet worden opgemerkt dat de Amerikaanse samenleving nog een sterk protestants karakter had toen dit amendement werd opgesteld. Het amendement laat vragen onbeantwoord als het gaat om de richting die de overheid aan de samenleving moet geven. Hier ligt een zwakte in de baptistische benadering van de staat.

Als het gaat om de houding naar niet-baptistische christenen moeten we onderscheid maken tussen Strict Baptists en Open Communion Baptists. De Strict Baptists willen het avondmaal alleen vieren met hen die na persoonlijke belijdenis van het geloof zijn gedoopt. De Open Communion Baptists laten ook diegenen tot het avondmaal toe die zich niet met de baptistische visie op de doop kunnen verenigen maar wel als wedergeboren christenen worden beschouwd. De bekende John Bunyan deelde dit laatste standpunt.

Hypercalvinisme
In Engeland was in de zeventiende en achttiende eeuw het overgrote deel van de baptisten gereformeerd. De baptistische theoloog John Gill domineert de achttiende eeuw. Bij Gill zien we een kennelijke wending naar een theologische positie die sinds de negentiende eeuw als hypercalvinistisch wordt getypeerd. Het hypercalvinisme wil de gedachte niet voor zijn rekening nemen dat het Evangelie gepredikt moet worden met bevel tot geloof en bekering zoals dat onder meer in de Dordtse Leerregels is verwoord. De oproep tot bekering in de Bijbel zou verstaan moeten worden als slechts een oproep om getrouw de genademiddelen te gebruiken. John Gill was een zeer gematigd hypercalvinist.

Met name Andrew Fuller keerde zich tegen het hypercalvinisme, dat hij van binnenuit kende. Hij deed dat in een geschrift met de titel ”The Gospel Worthy of All Acceptation”. Zijn positiekeuze leidde tot felle reacties. Zowel in Engeland als in Amerika maakte men onderscheid tussen zogenoemde ”gillieten” en ”fullerieten”. Fuller was samen met een aantal vrienden het middel waardoor zich een wending in baptistische kringen voltrok, een wending waarbij nadrukkelijk de zendingstaak van de christelijke kerk werd onderstreept. De bekendste vriend van Fuller is ongetwijfeld William Carey, die wel de vader van de moderne zending wordt genoemd.

De allerbekendste 19e-eeuwse baptist is Charles Haddon Spurgeon. Wekelijks werden alom in het toenmalige Britse imperium tienduizenden preken van deze Londense prediker verspreid. Meer dan 3000 van zijn preken zijn bewaard in een meer dan zestig delen tellende serie.

Spurgeon wenste welbewust een erfgenaam van de puriteinen te zijn. Het baptisme was voor hem ingebed in het gereformeerd protestantisme. Aan het einde van zijn leven keerde hij zich tegen moderne tendensen binnen de unie van baptisten. Dat leidde tot de zogenaamde Down Grade Controversy. Ontwikkelingen die Spurgeon signaleerde, hebben zich na zijn dood alleen maar voortgezet. De laatste decennia zien wij in Engeland een terugkeer naar de gereformeerde wortels van het baptisme met de opkomst van de Reformed Baptist Movement. Daarnaast zijn er de Strict Baptists en de Particular Baptists die theologisch in het voetspoor van Gill gaan.

Zendingsarbeid
Het baptisme kent geen classes maar wel associaties van gemeenten. De eerste associatie van baptistische gemeenten in Amerika (Philadelphia Association) nam de Second London Confession over. Vooral in het zuiden van Amerika groeide het baptisme tot een factor van betekenis. De spanningen tussen het noorden en het zuiden leidden al in 1845 (nog krap een tweetal decennia voor het uitbreken van de Amerikaanse burgeroorlog) tot de vorming van de Southern Baptist Convention, inmiddels al vele decennia de grootste protestantse kerk ter wereld.

Aanvankelijk was er binnen de Southern Baptists een stroming die kritisch stond tegenover georganiseerde zendingsarbeid. In de loop van hun geschiedenis werd missionair bewustzijn echter juist een van de meest kenmerkende eigenschappen van de Southern Baptists. In de twintigste eeuw beleden deze baptisten trouwens ook nadrukkelijk schuld voor het standpunt ten aanzien van de slavernij dat ze in de negentiende eeuw hadden ingenomen.

Tot aan het begin van de twintigste eeuw kunnen we het theologisch gedachtegoed van de Southern Baptist Convention als calvinistisch bestempelen. Steeds meer echter kregen niet alleen arminiaanse maar ook moderne theologische inzichten een plaats. Dat leidde in de jaren zeventig van de vorige eeuw tot een tegenbeweging. Een tegenbeweging met opmerkelijke successen. Conservatieve krachten verenigden zich. De verkiezing van conservatieve presidenten van de conventie leidde ertoe dat de koers van zes hogescholen die onder supervisie van de conventie stonden, weer orthodox en Bijbelgetrouw werd. Binnen de hoofdstroming van deze conservatieve beweging bevindt zich een stroming die terug wil naar de gereformeerde wortels van het baptisme: de zogenaamde Founders Movement. Albert Mohler, de president van het Southern Baptist Theological Seminary, kan tot deze stroming worden gerekend.

Confessioneel
Nettles wil in zijn beschrijving van de geschiedenis van het baptisme laten zien dat de gedachte dat het baptisme zou worden gekenmerkt door een volstrekte vrijheid in interpretatie van de Bijbelse boodschap, historisch onjuist is. Deze gedachte kwam pas op in de negentiende eeuw. Het oorspronkelijke baptisme had een duidelijk confessionele identiteit. Nettles maakt er geen geheim van dat het baptisme alleen zó tot zegen van de kerk en van de wereld kan zijn. De baptistische visie op de sacramenten, de kerk en de relatie tussen kerk en overheid mag nooit worden losgemaakt van de leer aangaande het volstrekte gezag van de Schrift en de concrete inhoud van de Schrift met betrekking tot God, de Heere Jezus Christus en de weg van zaligheid.

Het mag ons verheugen dat deze vorm van baptisme wereldwijd aan kracht wint.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer