De jongste persoon in de dodencel is een 12-jarige jongen die in 2005 is veroordeeld, zegt de mensenrechtenorganisatie. Er wordt niet vermeld waaraan hij schuldig is bevonden.Volgens een woordvoerder van de organisatie in Wenen, Aaron Rhodes, zijn veel doodvonnissen gebaseerd op een bekentenis die via marteling werd verkregen of in een verhoor waarbij geen advocaat aanwezig was.

De ICHRI-lijst is samengesteld door Emad Baghi. Baghi zit zelf een straf van een jaar uit in verband met artikelen over de Iraanse rechtspraak. Telefonisch zei Baghi vanuit de gevangenis dat hij de lijst heeft opgesteld op basis van in Iran gepubliceerde berichten.

De ICHRI noemt twee gevallen van personen die onder de 18 waren toen zij werden veroordeeld en die in 2008 zijn geëxecuteerd. Op 26 februari werd Javad Shojai opgehangen, die ter dood werd veroordeeld voor een misdrijf dat hij pleegde in 2005, toen hij 16 was. Op het moment van de executie was hij boven de 18.

Op 10 juni werd in de stad Sanandaj de nog geen 18 jaar oude Mohammad Hassanzadeh opgehangen. Hij werd ter dood veroordeeld toen hij 15 was.

Amnesty International zei in juni 2007 al in een rapport dat in Iran zeker 71 minderjarigen in de dodencel zaten. Amnesty concludeerde dat in het land sinds 1990 meer minderjarigen zijn terechtgesteld dan in enig ander land. Volgens Amnesty waren sinds 1990 27 minderjarige Iraniërs ter dood gebracht.

Een Iraanse justitiewoordvoerder, Alireza Jamshidi, zei vorige week in Teheran dat minderjarigen onder de 18 in Iran niet worden geëxecuteerd, tenzij sprake is van een veroordeling krachtens islamitisch recht. Volgens de sharia kan iemand ongeacht zijn leeftijd ter dood worden gebracht als geen schikking kan worden getroffen tussen de moordenaar en de nabestaanden van diens slachtoffer. Dit ”oog-om-oog, tand-om-tand”-principe wordt in Iran ”qisas” genoemd.