Mugabe bedreigt oppositieleiders
De Zimbabwaanse president Robert Mugabe heeft gedreigd oppositieleiders die aanzetten tot verkiezingsgeweld gevangen te zetten. Dat heeft de staatsradio dinsdag gezegd.
Mugabe was dinsdag op campagne voor de tweede ronde van de presidentsverkiezingen, waarin hij het opneemt tegen Morgan Tsvangirai, de leider van de Beweging voor Democratische Hervorming (MDC). Mugabe beschuldigde Tsvangirai ervan tot brandstichting en geweld aan te zetten.Onafhankelijke, internationale mensenrechtenorganisaties zeggen dat het juist Mugabe is die de politie, het leger en partijmilities inzet om kiezers te intimideren en de winst op 27 juni af te dwingen.
De secretaris-generaal van de MDC, Tendai Biti, wordt vastgehouden op verdenking van landverraad, een halsmisdaad in Zimbabwe. Volgens Mugabe zat Biti achter een samenzwering om de uitslagen van de verkiezingen van 29 maart te manipuleren. De MDC verwijt juist de regering verkiezingen te beïnvloeden om aan de macht te kunnen blijven.
Het hooggerechtshof in Harare wees dinsdag het verzoek af om MDC-functionaris Biti vrij te laten. Het hof verwierp het bezwaar dat de detentie van Biti illegaal zou zijn. Ook Tsvangirai is al verscheidene keren voor korte tijd vastgezet.
Het ontbreekt Mugabe aan niets bij het voeren van zijn campagne. Een regeringshelikopter, geëscorteerd door twee vliegtuigen, brengt de president naar waar hij zijn moet. In een week tijd kreeg Mugabes partij 334 minuten positief nieuws op de enige televisiezender van Zimbabwe, terwijl Tsvangirai en zijn partij gedurende enkele minuten als gewelddadig en tegenstander van de onafhankelijkheid werden afgeschilderd. Dat bleek uit onderzoek van het internationale Media Onderzoeksproject.
De buurlanden van Zimbabwe maken zich steeds meer zorgen over de situatie in het land. De Nelson Mandela Stichting van de voormalige Zuid-Afrikaanse president riep Zimbabwe op „het geweld en de intimidatie te staken en de vrije toegang te herstellen voor humanitaire hulp en ontwikkelingshulp.” Oud-aartsbisschop Desmond Tutu en VN-chef Ban Ki Moon behoren tot de ondertekenaars van de oproep.