Brief bisschoppen over kerk en priesterschap
De bisschoppen van Nederland publiceren dinsdag de brief ”Kerk, eucharistie en priesterschap”.
Met het document schetsen de bisschoppen enkele hoofdlijnen van antwoorden op nieuwe vragen die de afgelopen jaren gerezen zijn met betrekking tot de organisatie en reorganisatie van de pastorale zorg, het teruglopende kerkbezoek, het beperkte aantal priesters, roepingenpastoraat en theologische kwesties in de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland.Directe aanleiding voor dit herderlijk schrijven is de brochure ”Kerk & Ambt”, die de Nederlandse dominicanen vorig jaar publiceerden. In deze brochure formuleerden zij met name enkele theorieën over de eucharistie en het priesterambt, die niet overeenkomen met geloof en leer van de kerk. Evenals het generaal bestuur van de orde hebben de bisschoppen de strekking van de brochure om die reden vorig jaar al afgewezen. De bisschoppen hebben toen aangekondigd op een later moment uitvoeriger op deze vragen in te gaan.
In de inleiding van ”Kerk, eucharistie en priesterschap” schrijven de bisschoppen dat zij zich herkennen in de zorg met betrekking tot de toekomst van de parochies. Kwesties als het priestertekort, teruglopend kerkbezoek en sluiting van kerkgebouwen gaan ook de bisschoppen zeer aan het hart. „De roepingencrisis staat in een bredere context van een geloofscrisis en een navolgingscrisis, ja van een bepaalde cultuurcrisis”, zo schrijven de bisschoppen.
„Wij pleiten daarom allereerst voor een verdieping van het geloofsleven van onze gemeenschappen. Voorts zijn wij overtuigd van het fundamentele belang ons bij onze inzet voor de toekomst van de Kerk in Nederland te baseren op een solide katholieke theologie en om verbonden te blijven met de katholieke Kerk in andere landen, met de wereldkerk en met name met het katholieke leerambt.”
De bisschoppen schrijven verder dat de kerk een waardevolle geloofsschat ontvangen heeft. „Aan ons allen is opgedragen hieraan trouw te blijven en de centrale waarden van evangelie en traditie in nieuwe situaties te beleven en te actualiseren.” Een aantal van die kernwaarden wordt in de brief verder uitgediept.
In de brief wordt onder meer ingegaan op de ontwikkelingen in de Kerk na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) en de kerkvisie die daaruit is voortgekomen. Verder behandelen de bisschoppen de eucharistie als bron en hoogtepunt van het christelijk leven en vragen ze met nadruk aandacht voor de diepere betekenis van de eucharistie. Daarna staan ze uitgebreid stil bij het feit dat het priesterambt niet slechts functioneel, maar vooral sacramenteel van karakter is. Van daaruit kijken de bisschoppen naar de toekomst van de Kerk en de uitdagingen waar de bisdommen en parochies de komende jaren voor staan.
Als belangrijkste elementen voor de vitalisering van parochies noemen de bisschoppen op de eerste plaats de inzet van de vele toegewijde vrijwilligers. Daarnaast schrijven ze veel waarde te hechten aan de opkomst van nieuwe kerkelijke bewegingen, ”small christian communities” en manifestaties als de Wereldjongerendagen. Een heel belangrijk instrument bij de opbouw van krachtige parochies vormt volgens de bisschoppen de persoonlijke en gemeenschappelijke geloofsverdieping en de missionaire en diaconale dynamiek.
De bisschoppelijke brief wordt dezer dagen verspreid onder parochiebesturen, priesters, diakens en pastoraal werkers en werksters en de religieuze instituten.