De één zou internet liefst helemaal uit gezinnen weren. De ander beschouwt het als een niet meer weg te denken onderdeel van de moderne informatiemaatschappij en bepleit een selectieve omgang met digitale media. Voor een divers gezelschap, waarin beide opvattingen vertegenwoordigd waren, belegde Mediawijzer vrijdag een conferentie over Hyves en MSN, onder jongeren populaire communicatiemiddelen. Hoe daarmee om te gaan?Aanleiding voor de bijeenkomst was het verschijnen van een nieuwe brochure van Mediawijzer over Hyves en MSN: „MSN: dicht bij de ander. Ouders en kinderen met elkaar in gesprek”. In de brochure zetten de samenstellers risico’s, voor- en nadelen van MSN op een rij. Invalshoek is de vraag hoe de Bijbel over communicatie spreekt en welke verantwoordelijkheden ouders en jongeren hebben in de omgang met Hyves en MSN.

Ontsporen

Wetenschapper P. Nikken, werkzaam op het Nederlands Jeugdinstituut, onderstreepte dat de uitwerking van media op jongeren vooral afhangt van ouders en andere opvoeders. „Kinderen die autonoom zijn in het gebruiken van moderne media lopen grotere risico’s te ontsporen. Ouders en kinderen moeten samen bewuste keuzes maken over de vragen: wat is goed, hoe vaak maak je gebruik van internetprogramma’s, wanneer en waarvoor?”

T. Gorter, docent ict aan een reformatorische mbo-school in Amersfoort, drong aan op bezinning. „Het gradueel verschil tussen MSN en klassiekere communicatiemiddelen is zo groot dat voorzichtigheid op zijn plek is. Door MSN houdt de invloed van de vriendenkring op het kind niet op bij de voordeur, maar gaat deze door tot in de woonkamer. Het is niet gezond als de gewetensvorming van jongeren zich geheel buiten de invloed van ouders om voltrekt. Ik ben bang dat de verhoudingen volledig zoekraken. De wijze waarop de Bijbel over opvoeden spreekt, heeft door MSN nog niets aan belang ingeboet.”

Drie scholieren, uitgenodigd om hun visie toe te lichten, riepen de aanwezige docenten, ouders en ambtsdragers op MSN en Hyves niet op voorhand kritisch te bejegenen. Ze benadrukten dat ze de populaire communicatiemiddelen niet gebruiken voor contacten met onbekenden en mans genoeg zijn zelf grenzen te stellen. Voorbeelden van zinvol MSN-gebruik hadden ze volop. „Een meisje van mijn school koos MSN om te vertellen dat ze in de put zat. Toen ik wist wat er aan de hand was, kon ik haar beter accepteren”, zegt een van de drie.

Belijdenissen

Het drietal kreeg bijval van C. J. Ritmeester, werkzaam op Driestar Educatief en lid van de kerngroep van Mediawijzer. „Ik weet uit ervaring dat studenten Hyves ook gebruiken om gesprekken te voeren over de Belijdenissen van Augustinus”, merkte hij op.

Het verbieden van Hyves en MSN is voor Ritmeester geen optie. „Opvoeders moet jongeren leren hun weg te vinden in de informatiemaatschappij. We moeten jongeren mediageletterdheid bijbrengen. We moeten ze leren omgaan met nieuwe vormen van communicatie die in deze maatschappij inmiddels onmisbaar zijn.”

Gorter was het daarmee niet oneens, maar benadrukte dat de conclusie ”je hebt ze nu eenmaal nodig” geen vrijbrief mag zijn om MSN onbeperkt te gebruiken. Zijn zoon mocht op MSN vanaf havo 5, vertelde hij desgevraagd. „Omdat hij ermee moet kunnen werken op het hbo”, lichtte hij toe. De docent riep ouders op zich niet te verschuilen achter hun onbekendheid met nieuwe communicatiemiddelen. „Als kinderen met ons overleggen over de aanschaf van een brommer houden we ons ook niet afzijdig.”

Zou de komst van een reformatorisch vormgegeven Hyves de bezwaren tegen gebruik van het middel wegnemen? Nee, meenden alle sprekers. Gorter: „Dat biedt een vals gevoel van veiligheid. Het lost het bezwaar dat de invloed van de vriendenkring doorgaat tot in de huiskamer niet op.” Wat vonden de drie scholieren ervan? Staccato reageerden ze: „Wat voegt het toe? Het is toch heel gezond om ook contact te hebben met niet-christenen?”