Hoofdpunten EU-verdrag
Het EU-Hervormingsverdrag, waartegen de Ieren nee hebben gezegd, moest de Europese Unie vanaf 2009 soepeler laten functioneren en democratischer maken. Een overzicht van de belangrijkste elementen van dit Verdrag van Lissabon.
EUROPESE PRESIDENT: In het verdrag krijgt de Europese Unie een ”president”, een vaste voorzitter van de vierjaarlijkse vergaderingen van de regeringsleiders van de EU. Hij of zij bereidt die ontmoetingen voor en moet zorgen voor eenheid onder de lidstaten. De regeringsleiders benoemen hun voorzitter voor 2,5 jaar, met een mogelijke verlenging van nog eens 2,5 jaar.VETO: Landen leveren hun vetorechten in op een aantal terreinen. Beslissen bij gewone of gekwalificeerde meerderheid wordt gebruikelijker. Voor de EU-begroting, delen van Justitie, Buitenlands Beleid en Belastingzaken blijft een vetorecht bestaan.
PARLEMENTEN: De nationale parlementen en het Europees Parlement krijgen meer invloed. Het EP mag bijvoorbeeld meebeslissen over Justitie en Landbouw. De nationale parlementen krijgen een ’oranje kaart’: een meerderheid van de parlementen kan Brussel dwingen wetgeving te heroverwegen.
EUROPESE COMMISSIE: Landen verliezen na 2014 het recht op een vaste EU-commissaris, zoals voor Nederland nu Neelie Kroes. De commissie zou te groot worden met het groeiend aantal lidstaten. Na 2014 moet elk land een van elke drie zittingsperiodes overslaan. Voor buitenlands beleid krijgt de Europese Commissie een Hoge Vertegenwoordiger, met eigen ambtenaren.
EU-VOORZITTERSCHAP: Een land leidt niet langer zes maanden alle vergaderingen van ministers en regeringsleiders, zoals Nederland eind 2004 nog deed. Groepjes van telkens drie lidstaten regelen deze voorzitterschappen onderling.
BURGERS: Burgers of actiegroepen die een miljoen handtekeningen verzamelen kunnen de Europese Commissie vragen wetsvoorstellen te doen.
SYMBOLEN: De Europese Unie houdt zijn eigen vlag (blauw met een cirkel van twaalf sterren) en eigen volkslied (Ode aan de vreugde van Beethoven). Maar die symbolen staan op aandringen van Nederland niet apart vermeld in het EU-Hervormingsverdrag. Ook verdween de naam ”grondwet”.