Een collega-marinier had aangifte tegen O. gedaan wegens het beïnvloeden van getuigen en intimidatie tijdens het onderzoek naar het fatale schietincident in Irak waarbij O. betrokken was. Het OM concludeert dat er voor de gestelde onregelmatigheden tijdens dit onderzoek onvoldoende bewijs is.Defensie is opgelucht dat deze langslepende zaak nu is afgerond. Minister Van Middelkoop (Defensie) laat weten dat de conclusies van het OM, die zijn gebaseerd op zorgvuldig en onafhankelijk onderzoek, helder zijn. „Dat is goed voor Defensie en voor het betrokken personeel, onder wie Eric O. We kunnen deze voor velen ongemakkelijke periode nu afsluiten en vooruitkijken”, aldus de bewindsman.

O. was destijds sergeant-majoor, maar is inmiddels bevorderd tot adjudant van de mariniers. Hij loste op 27 december 2003 waarschuwingsschoten op een groep Irakezen die mogelijk een container wilde plunderen. Daarbij zou een van de Irakezen om het leven zijn gekomen.

Het gerechtshof in Arnhem sprak O. in 2005 vrij van handelen in strijd met de geweldsinstructies voor Nederlandse militairen in Irak. Het hof wees hem later dat jaar een schadevergoeding van 10.000 euro toe.

Twee mariniers die in 2003 bij het schietincident betrokken waren, stelden de zaak eind maart vorig jaar in het tv-programma NOVA opnieuw aan de orde. Volgens hen hebben leidinggevenden van het Korps Mariniers zich schuldig gemaakt aan bedreiging en manipulatie van militairen die in 2003 aanwezig waren bij het fatale incident. Officieren wilden onder geen beding dat de ware toedracht van het incident bekend werd, aldus de twee mariniers.

Ook zou er bewijsmateriaal zijn weggemaakt of achtergehouden. Justitie heeft daar echter geen aanwijzingen voor gevonden.

Eric O. hoopt dat de staat erkent dat volledig eerherstel voor hem op zijn plaats is nu het OM heeft besloten hem en een andere marinier niet opnieuw te vervolgen, liet advocaat G. J. Knoops donderdag weten.