Geen frikadel maar een viergangenmenu
Ruim 70 procent van de Nederlanders schijnt het al regelmatig te doen: niet alleen buiten eten, maar ook buiten de maaltijd bereiden. Bijna alles is mogelijk, zegt Marianne Kuyff uit het Gelderse Heesselt. Tijdens haar workshop ”Buiten koken” bereidt ze een viergangenmenu op een gasbarbecue.
Het weer zit mee. Er is deze morgen nog geen spat regen gevallen en zelfs de zon laat zich zo af en toe zien. Dat geeft de landschapstuin van de familie Kuyff aan de Waalbandijk een nog vrolijker aanzicht. Maar ook bij regen hoeven gasten niet naar binnen te vluchten. Naast de witte boerderij is een overkapping gemaakt, waaronder vier grote gasbarbecues staan.Aan de overkant van het zwembad biedt een overdekte hardhouten tafel plaats aan ten minste acht eters. Maar die moeten hun maaltijd wel eerst zelf bereiden.
Aan het begin van een vier uur durende workshop deelt Marianne Kuyff de menu’s uit. Niet zomaar wat frikadellen of kipsaté die op de barbecue worden gelegd; de gasten beginnen met gevulde visrolletjes op een bedje van spinazie, met daarna twee soorten lamsfilet met gesauteerde paddenstoelen en knoflookschuim. Allemaal buiten te bereiden. „Dat is dus naar mijn idee het echte buiten koken”, zegt de kok en workshopleider. „Dat je helemaal niet meer naar binnen hoeft.”
Hygiëne
Buiten koken vraagt volgens Kuyff wel de nodige voorbereiding en hygiënemaatregelen. „Het is jammer om steeds naar binnen te moeten om de groenten en het vlees te snijden. Zet dus bij de barbecue een tafeltje neer met een snijplank. Wie het echt goed wil aanpakken, zorgt ook voor een koelkastje en stromend water. Het is zeker bij warm weer belangrijk op de hygiëne te letten. De hele middag een bord met rauw vlees in de volle zon zetten, is niet handig. Daar kun je goed ziek van worden. Ik zeg altijd tegen mijn gasten: Zodra je iets hebt voorbereid, afdekken en in de koelkast zetten.”
Kuyff vindt het heerlijk om het buiten zijn te combineren met haar grote hobby: koken. Als ze gasten krijgt, zit ze zelden binnen. „Maar je moet natuurlijk wel de mogelijkheden creëren om buiten te kunnen kokkerellen.” Welke optie geschikt is, verschilt volgens Kuyff per persoon. Voor wie enkele keren per jaar buiten een lapje vlees wil grillen, is een eenvoudige kolenbarbecue een prima idee. De kok raadt wel aan een barbecue met een deksel te kopen. „Daarmee kun je ook grotere stukken vlees goed gaar krijgen.”
Zwarte handen
Voor wie niet op zwarte handen zit te wachten of de temperatuur liever eenvoudig wil regelen, is een gasbarbecue handig. Vooral de luxere versies, met bijvoorbeeld zijbranders waarop je eenvoudig ook de aardappelen kookt, zijn tegenwoordig in trek. „Zelfs bij de bouwmarkt koop je tegenwoordig een uitgebreide buitenkeuken.”
De kok heeft wel een tip. „Koop je zo’n gasbarbecue, timmer er dan direct een afdakje boven. Dan kun je ook bij regenachtig weer buiten kokkerellen. Anders is zo’n aanschaf een beetje jammer van het geld.”
Hoewel de buitenkeukens momenteel als warme broodjes over de toonbank gaan, vraagt Kuyff zich af of mensen de barbecue genoeg op waarde weten te schatten. „Door gebruik te maken van de grillplaten of door er pannen op te zetten, kun je bijna hetzelfde als binnen op het gasfornuis. Zelfs de oven hoeft niet mee naar buiten. Door eenvoudig de klep te sluiten, laat je de warmte eronder circuleren, net als bij een oven. Alleen gratineren, zeg maar een korstje op een gerecht maken, is lastig. Want daarvoor heb je warmte nodig die van boven komt.”
Boven het vuur
Kuyff maakte op latere leeftijd van haar hobby, koken, haar beroep. Tijdens de workshop geeft ze een korte uitleg over direct en indirect grillen. „Bij direct grillen leg je het vlees op het rooster, de grillplaat of in een pan direct boven het vuur. Bij indirect grillen zet je het niet op de hittebron. Voor een gasbarbecue houdt dit in dat je de brander onder het product uitlaat en de twee zijbranders het werk laat doen. Daarna sluit je de barbecue, die dan als het ware als oven fungeert. Zo kun je ook grotere, dikkere of kwetsbaardere stukken vlees of vis langzaam gaar krijgen, zonder al te groot gevaar voor aanbranden.”
Liefhebbers van de kolenbarbecue kunnen deze techniek volgens de kok ook toepassen. „Je legt de kolen aan de rechter- en de linkerkant van de barbecue, zodat het midden vrij is. Het is handig om daar een lekbak of bijvoorbeeld een cakeblik te plaatsen. Dek een barbecue zonder deksel af met folie.”
Het is belangrijk voor de verschillende producten de juiste temperatuur te kiezen. „Indirect grillen gebeurt altijd met een matige temperatuur, tussen de 160 en de 200 graden.” Omdat de deelnemers aan de workshop thuis meestal geen luxe buitenkeuken hebben staan waarmee ze de temperatuur eenvoudig kunnen regelen, geeft de workshopleidster nog een tip. „Wanneer je je handen op 10 centimeter hoogte twee tot drie seconden boven het vuur kunt houden, is de kolenbarbecue heet, tussen de 230 en de 300 graden. Lukt dat zonder al te veel moeite vijf tot zeven seconden lang, dan is het vuur matig heet, tussen de 160 en de 200 graden. Wie producten warm wil houden of wil gaan roken, heeft genoeg aan een lauw vuur, dan is het mogelijk je handen negen tot elf seconden boven de barbecue te houden.”
Gegrilde ananas
Ingrediënten: 1 rijpe ananas, 1 blik ongezoete kokosmelk, 200 gram rietsuiker, 2 theelepels kaneel, takje verse munt, poedersuiker en vanille-ijs.
Bereiding:
Verwarm de barbecue voor totdat hij heet is.
Snijd de boven- en onderkant van de ananas. Zet de ananas rechtop en snijd de schil er in de lengte af van boven naar beneden, zo diep dat ook de ogen worden weggesneden. Verwijder de kern met een ananasboor.
Snijd de ananas in schijven van 1,5 centimeter dik.
Doe het blik kokosmelk in een kom. Doe in een andere kom de rietsuiker en de kaneel. Doop de schijven ananas in de kokosmelk en dan in het suikermengsel. Schud de overtollige kokosmelk eraf.
Leg de schijven in een bakblik op de barbecue en bak ze aan beide kanten, vier tot zes minuten per kant.
Leg op elk bord een schijf, leg er een bolletje ijs op en garneer met de takjes munt en de poedersuiker.
Dit recept doet het ook goed met bananen en steenvruchten, zoals perziken, pruimen en nectarines. Gebruik kleine bananen of snijd grote bananen over de lengte in tweeën. Snijd steenvruchten doormidden en verwijder de pit.