Kerk & religie

Kerk liep voorop in kritiek op apartheid

Blanke broeders worden vreemden, zwarte vreemden worden bondgenoten. Dat is volgens theologe Erica Meijers de kortste samenvatting van wat er in de houding van de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland ten aanzien van Zuid-Afrika tussen 1948 en 1972 verandert. De kerken liepen voorop in de strijd tegen apartheid in Zuid-Afrika.

J. M. Stolk
13 June 2008 08:45Gewijzigd op 14 November 2020 05:57
KAMPEN – Erica Meijers promoveerde vrijdag op een onderzoek naar de houding van de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland ten aanzien van de apartheid in Zuid-Afrika. Meijers was eind jaren tachtig lid van het Steuncomité Zuid-
KAMPEN – Erica Meijers promoveerde vrijdag op een onderzoek naar de houding van de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland ten aanzien van de apartheid in Zuid-Afrika. Meijers was eind jaren tachtig lid van het Steuncomité Zuid-

Het is een intrigerende vraag die Meijers (1966), hoofdredacteur van Groen Linksblad ”De Helling”, in haar proefschrift stelt: Hoe komt het dat de oude verbondenheid met de Afrikaners, broeders in het calvinistische geloof, is ingeruild voor solidariteit met de ons vooral vreemde zwarte Zuid-Afrikanen? In haar meer dan 500 bladzijden tellende boek, waarop ze vrijdag promoveerde aan de Protestantse Theologische Universiteit in Kampen, zoekt ze naar antwoorden op deze verandering.Als de Nationale Partij van de -blanke- Afrikaners in 1948 de verkiezingen wint, breekt in Zuid-Afrika het tijdperk van de apartheid aan. Maar Zuid-Afrika kent een langere geschiedenis van rassenscheiding, zegt Meijers. „Al vanaf het moment dat Jan van Riebeeck in 1652 voet aan wal zet en de Kaapkolonie sticht, heersen de blanke kolonisatoren over de zwarte bevolkingsgroepen. Pas in 1948 kunnen de Afrikaners hun ideeën over rassenscheiding in wetten vastleggen.”

De kerken van de Afrikaners zorgen vervolgens voor de theologische onderbouwing van de rassenscheiding. Apartheid is een scheppingsgegeven, zo redeneren ze, en mensen mogen daar niet aan tornen. Ook de verspreiding van de mensheid over de hele aarde, na de torenval van Babel, zien ze als een instelling van God. En zei Paulus in zijn toespraak op de Areopagus niet dat God het menselijke geslacht heeft gemaakt om de hele aardbodem te bewonen en dat Hij ieder van hen een eigen grondgebied heeft toegemeten?

Voor de theologische legitimatie van apartheid maken de kerken echter nauwelijks gebruik van de gedachte dat zwarten ondergeschikt zijn aan blanken vanwege de vloek die Noach over Cham en diens nakomelingen uitsprak. „De Afrikaners zagen zich wel als een uitverkoren geslacht, de vertegenwoordigers van het christendom in Afrika. Terwijl een groot deel van de zwarte bevolking door het zendingswerk inmiddels óók christen was geworden.”

De Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) en vooral de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) onderhouden in 1948 nauwe banden met de blanke geloofsbroeders overzee. Ze delen de opvattingen over apartheid echter niet. Door de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog en de bevrijdingsstrijd in Indonesië zijn de ogen van de kerken geleidelijk opengegaan. De hervormde predikant J. J. Buskes schrijft in 1955 het eerste boek tegen apartheid: ”Zuid-Afrika’s apartheidsbeleid: onaanvaardbaar”.

Obama
Vooral dankzij de oecumenische beweging spelen de protestantse kerken een cruciale rol in de bewustwording in Nederland ten aanzien van apartheid, aldus Meijers. De eenheid van de kerken is voor de oecumenische beweging onlosmakelijk verbonden met de eenheid van de mensheid. De in 1948 opgerichte Wereldraad van Kerken, waar veel zwarte kerken na de dekolonisatie lid van worden, neemt het voortouw.

Ondertussen neemt in Zuid-Afrika de repressie toe. Het politieoptreden in Sharpville in 1960 schokt de wereld. De beelden van blanke politiemannen die zwarte betogers uiteenslaan, gaan via de televisie de hele wereld over.

In Nederland heeft vooral de Amerikaanse burgerrechtenactivist Martin Luther King invloed op de opinie over Zuid-Afrika. „Door zijn optreden wordt verzoening een belangrijk streven voor de kerken. Ook kunnen mensen zich voor het eerst identificeren met een zwarte leider, zoals dat nu het geval is met Barack Obama in de Verenigde Staten.”

Terwijl de Nederlandse kerken nog de hoop hebben dat het apartheidsprobleem door de dialoog met witte Zuid-Afrikaanse kerken kan worden opgelost, kiest de Wereldraad van Kerken in 1968 als eerste openlijk partij voor de „slachtoffers van racisme.” Met de instelling van het Programma voor de bestrijding van racisme (PCR) staat niet langer hulpverlening centraal maar de overdracht van macht.

De Nederlandse kerken volgen enkele jaren later, na hevige debatten over onder meer de vraag of de kerk wel financieel mag bijdragen aan antiracismeorganisaties. „Sommige organisaties gebruikten geweld. De kerken stelden daarom de voorwaarde dat zij het geld alleen voor humanitaire doelen mochten gebruiken. Of deze organisaties dat ook deden? Het was een kwestie van vertrouwen. De kerken vonden dat zij met hun eigen geschiedenis van legitimatie van geweld niet in de positie waren om zich tegen geweld door zwarten uit te spreken.”

Begrip
In 1972 kunnen slechts weinigen in de Nederlandse kerken nog begrip opbrengen voor de apartheid. Ook binnen de witte Afrikaanse kerken groeit het verzet. Het Christelijk Instituut, opgericht in 1963 door C. F. Beyers Naudé, wil het gesprek zoeken met zwarte geloofsgenoten. „Niet met allerlei woeste activiteiten, maar door heel gewone, kleinschalige Bijbelgroepen van witten en zwarten. De Afrikaner kerken zien deze nieuwe oecumenische beweging echter als een grote bedreiging en verbieden het lidmaatschap van het Christelijk Instituut op straffe van uitsluiting uit de kerk.”

De hervormde synode kiest vanaf 1963 openlijk partij voor het Christelijk Instituut, de Gereformeerde Kerken doen dat in 1968. Over het algemeen waren de hervormden sneller bereid zich tegen de apartheid uit te spreken, zegt Meijers. „De Hervormde Kerk profileerde zich na de oorlog als een belijdende kerk die midden in de samenleving staat. De Gereformeerde Kerken waren terughoudender, niet alleen omdat relatief veel kerkleden familiebanden met Afrikaners hadden, maar ook omdat de kerk uitging van het principe van de soevereiniteit in eigen kring en zich niet over politieke en maatschappelijke kwesties wilde uitlaten.”

De Gereformeerde Bond heeft volgens Meijers „bijna tot het einde” de apartheid verdedigd. „De gedachte van de scheppingsordeningen leefde hier, net als in de Gereformeerde Kerken, nog sterk. Ook voelden velen in de Gereformeerde Bond zich aangetrokken door de eenheid van volk, geloof, staat en kerk, die in Nederland tot het verleden behoorde, maar in Zuid-Afrika nog bestond. Later hebben ze toegegeven dat ze fout zaten. Hetzelfde geldt voor de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.”

Na de afschaffing van de apartheid in 1994 lijken de Nederlandse kerken hun aandacht voor Zuid-Afrika een beetje verloren te hebben. Als het aan Meijers ligt, spreekt de Protestantse Kerk zich ook nu uit over het geweld in zuidelijk Afrika. Maar met enige terughoudendheid. „In het verenigingsproces hebben de kerken te weinig aandacht gehad voor de christelijke dienst van verzoening en gerechtigheid in de wereld. Ze zouden zich vooral moeten inzetten voor de armen, en de banden met zwarte kerken moeten aanhalen.”

N. a. v. ”Blanke broeders - zwarte vreemden. De Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de apartheid in Zuid-Afrika 1948-1972”, door Erica Meijers; uitg. Verloren, Hilversum 2008; ISBN 9789087040376; 536 blz.; € 39,00.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer