Binnenmaas verkoopt boerderij voor 1 euro
Het Streekmuseum Hoeksche Waard mag de museumboerderij Oost Leeuwenstein voor het symbolische bedrag van 1 euro kopen van de gemeente Binnenmaas.
Het college van Binnenmaas heeft dat donderdag besloten. Het komt daarmee tegemoet aan het verzoek dat het Streekmuseum onlangs per brief deed. Wel is het recht van terugkoop een voorwaarde en moet er overleg komen met de overige Hoekschewaardse gemeenten en de gezamenlijke woningbouwcorporaties die de restauratie van de museumboerderij gaan doen.De boerderij is een dependance van het streekmuseum en herbergt grote museumstukken als landbouwwerktuigen. De boerderij is vervallen en al enkele jaren uit veiligheidsoogpunt gesloten.
Het college wil dat het nieuw te vormen bestuur snel aan de slag kan met het eind vorig jaar verschenen rapport ”Toekomst voor het verleden”. Daarin staan voorwaarden voor een goede doorstart van het museum, zoals een wijziging van de organisatie, professionalisering van de bestuursstructuur en het behoud van Oost Leeuwenstein.
Het college van Binnenmaas heeft naar aanleiding van het breed gedragen rapport over de toekomst van het streekmuseum voldoende vertrouwen in het Streekmuseum, mits de kwaliteitsslag die in het rapport wordt aanbevolen gemaakt wordt. De gemeente ziet het belang van een kwalitatief goed Streekmuseum als cultuurhistorisch centrum. De andere aanbevelingen zijn een financieel gezond beleid te voeren, samenwerking met andere organisaties te zoeken en in 2012 toegelaten te worden tot het museumregister.
De PvdA fractie had voor de raadsvergadering van 19 juni een motie in voorbereiding om het college op te roepen de boerderij voor 1 euro te verkopen. Die lijkt hiermee overbodig. Woordvoerder Kees de Leng vindt dat de gemeente iets goed te maken heeft richting museum. „De gemeente is verantwoordelijk voor de verwaarlozing van de boerderij.” Over politieke steun voor het collegevoorstel dat in de raad komt maakt De Leng zich geen zorgen: „Volgens mij is er geen raadslid dat niet het beste voor heeft met het streekmuseum.”