Dat stelt de Rekenkamer Rotterdam in het vandaag gepresenteerde rapport ”Resultaten tellen - realisatie collegeprogramma in 2007”.In 2006 heeft het Rotterdamse college het collegeprogramma uitgewerkt in 53 meetbare doelen voor 2010. Deze zijn nader uitgewerkt in tussentijds te behalen resultaten. Onlangs stuurde het college de resultaten van 2007 naar de raad. Daarin concludeert het college dat 46 van de 53 doelen bijna zijn behaald. Op verzoek van de raad controleert de rekenkamer jaarlijks deze verantwoording.

Volgens de rekenkamer is het onzeker of het college wel op koers ligt. Die onzekerheid vloeit voort uit het nog onvoldoende ordelijk beheren van de doelen. Zo moet er een controleerbare registratie zijn en een rapportage van de behaalde resultaten.

In elk geval zijn twaalf mijlpalen niet behaald, waaronder de beoogde stijging van het aantal brede scholen en schuldhulpverleningstrajecten, verbetering van de wijkveiligheid en het opzetten van kleinschalige bedrijfsruimten.

Het formuleren van meetbare doelen in het collegeprogramma en het vervolgens ordelijk en controleerbaar beheren en verantwoorden is volgens de rekenkamer nog zeldzaam in het openbaar bestuur. Rotterdam is hierin voorloper en de manier van werken wordt ook wel ”de Rotterdamse aanpak” genoemd. De rekenkamer waardeert en steunt waar mogelijk deze door het Rotterdamse gemeentebestuur ingeslagen weg.