De revolte der historielozen
Titel:
”De bolhoed van Piet de Jong”
Auteur: Kees Sorgdrager
Uitgeverij: Balans, Amsterdam, 2002
ISBN 90 5018 474 X
Pagina’s: 176
Prijs: € 12,50. Veertig jaar lang was Kees Sorgdrager journalist, waarvan ruim dertig jaar op het Binnenhof. In ”De bolhoed van Piet de Jong” komt deze nestor van de parlementaire journalistiek met behartigenswaardige kritiek op de moderne gekte bij pers en politiek. Hoe de waan van de dag alles is gaan overheersen.
Je zou kunnen zeggen dat Sorgdrager veel heeft gemist door iedere zondagochtend de kerk te mijden om in het radioprogramma OVT een column uit te spreken. Daarentegen heeft ook het trouwe kerkvolk door deze programmering iets gemist, zo blijkt uit de bundel columns die nu is verschenen. Met veel gevoel voor historische lijnen verklaart Sorgdrager de actuele politiek.
Zo nu en dan realiseert hij zich dat het maar goed is dat de kerkgangers hem niet horen. Sorgdrager is niet een man die veel op heeft met geloof en afhankelijkheid. Zo belijdt hij zijn wantrouwen ten aanzien van politici die aan wonderen geloven. Dat de pas afgetreden vice-premier Bomhoff ooit publiekelijk Christus’ opstanding verdedigde, vindt Sorgdrager maar griezelig.
In de desbetreffende column gaat het Sorgdrager echter vooral om economen en politici die een overdreven waarde toekennen aan de voorspellingen van bureaus als het Centraal Planbureau. En daar wordt het meteen interessant. Sorgdrager houdt niet van moderne rekenmeesters met ijzeren wetmatigheden en politici die door dergelijke tovenaars dociel hun grenzen laten bepalen. Geef hem maar de onverschrokken oud-premier De Jong, die monter placht te beweren dat economie „een zaak van waarzeggerij” is.
Gedram en bombarie
Sorgdrager heeft sowieso veel op met de wonderlijke man die van 1967 tot 1971 roerganger van Nederland was. Volgens hem valt de man die aanvankelijk stiekem werd uitgelachen werd vanwege de potsierlijke bolhoed waarmee hij op het Binnenhof verscheen, achteraf als „onze meest onderschatte minister-president” te kwalificeren. De progressieve Den Uyl heeft „met al diens gedram en bombarie” lang niet zoveel veranderingen weten door te voeren als het centrumrechtse kabinet-De Jong.
Wat Sorgdrager vooral in De Jong waardeert is diens kalmte in bange dagen. Als onderzeebootkapitein had deze rooms-katholiek in de Tweede Wereldoorlog eenvoudigweg te veel meegemaakt om nog opgewonden te raken van Haagse zaken of Amsterdamse provo-caties. De bezetting van de Nachtwachtzaal in het Rijksmuseum werd onder zijn regie rustig en kalm opgelost. Geen geweld, was het adagium van deze politicus-tegen-wil-en-dank.
In alle opzichten is De Jong het tegenbeeld van de moderne politicus, die door Sorgdrager met evenveel heftigheid wordt verafschuwd. De gevallen PvdA-leider Melkert is daarvan zijn grote voorbeeld; Sorgdrager vindt hem maar een ongezonde carrièrejager. „Zo iemand die op recepties onrustig over de schouder van z’n gesprekspartner kijkt of hij niet iemand ziet met wie een gesprek méér profijt zou opleveren.”
Luisteren
Sorgdrager geloofde dan ook niets van de belofte die Melkert op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen van 6 maart jongstleden deed. De PvdA-voorman zei dat hij voortaan beter naar de gewone mensen op straat zou gaan luisteren. „Voor luisteren moet je de tijd nemen en eventjes helemaal niks willen. Voor dringers aan de top is die luxe niet weggelegd.”
Hijzelf heeft makkelijk praten, zo beweert Sorgdrager even later, want „door een bijna schrijnend gebrek aan ambitie heb ik altijd ruim in mijn tijd gezeten om het oor te lenen aan wat zo aardig heet ”gewone mensen”. Zij kwamen vanzelf op mij af. Ik hoefde maar op een bankje aan het Binnenhof te gaan zitten. Misschien voelden zij dat ik hun verhalen vaak interessanter vond dan het geredekavel binnen, waar de napraterij mij wel eens ontmoedigde.”
Indringend raadt Sorgdrager journalisten en politici aan voeling te houden met wat er leeft in de samenleving. Het heeft hemzelf het afgelopen jaar behoed voor een al te snelle veroordeling van Pim Fortuyn. „Eindelijk weer iemand met een eigen mening”, zegt hij in een column van 17 februari jongstleden. Om eraan toe te voegen dat je deze politicus serieus moet nemen vanwege de onvredegevoelens die hij vertolkt, niet vanwege zijn letterlijke teksten. „Wat wordt ik daar moe van, al die journalisten die écht denken dat Fortuyn minister-president kan worden, of dat hij écht 8 miljoen achter de hand heeft. Denk toch eens even na!”
Ontploffing
Op 26 mei, als Fortuyn is doodgeschoten, toont Sorgdrager zich boos en verdrietig. „Ik was onder de indruk van Fortuyns kennis van het openbaar bestuur en bewonderde zijn analytisch vermogen, zijn moed om z’n mond open te doen en als eenling de gevestigde macht uit te dagen, en zijn theatrale capaciteiten. (…) Gefascineerd keek ik naar het proces dat hij op gang bracht. De ontploffing van het politieke systeem, 35 jaar na de vergeefse stormloop van D66, leek op handen.”
Die bewondering van Sorgdrager heeft alles te maken met de kleurloosheid van veel andere kamerleden die volgens hem in de loop der tijd is toegenomen. De Kamer is zich meer en meer in details gaan verliezen, heeft tal van medewerkers aangetrokken en is zodoende verworden tot een enorm inefficiënte overheidsfabriek. De nieuwe vergaderzaal van de Kamer, het „geslachtsloze partycentrum” dat het heerlijke „oude bonbondoosje” heeft verdrongen, is daarvan een exponent.
In deze zaal vergaderen de „historielozen” over details, terwijl hun partijen ervaring overboord kieperen om vernieuwing mogelijk te maken. Even gebrekkig in de geschiedkunde zijn volgens Sorgdrager de moderne media. Zij doen nauwelijks meer aan hun kerntaak van het getrouwelijk rapporteren van feiten, maar brengen alles oppervlakkig, sensatiebelust en ten diepste inhoudsloos. „Daar zitten de dertigers achter hun bureaus. Wat vinden ze ervan? Ze vinden niks. Ze hebben geen mening.”
Verkeerde weg
Zo hitsen politiek en media elkaar op in een volstrekt verkeerde weg. Sorgdrager, die zowel voor de krant, als voor radio en televisie werkte, kan het weten. Hij komt met een journalistiek advies, de kern en het repeterend element in zijn behartigenswaardige en lezenswaardige boekje: „Alleen als je een mening hebt, een hiërarchie van waarden, van wat je belangrijk vindt en wat je als bijzaken beoordeelt, kun je voorlichting bedrijven. (…) Zonder zo’n waardenhiërarchie wordt nieuws tot een verzameling zinloze feiten, informatieoverlast, waan van de dag.”