Dat zei woensdag de advocaat van het bestuur tijdens een kort geding bij de rechtbank in Rotterdam.Het bestuur eiste dat de vijf mannen voor een periode van twee jaar mogen worden geweerd uit de moskee in Rotterdam-Zuid. Het bestuur beticht hen van oproer en opstand in het gebedshuis. „De moskee is een plek van bezinning”, betoogde raadsman J. Debije. Hij vraagt om een „waardig en gepast gebruik.”

De bezoekers begrijpen niet waarom het bestuur ze de toegang wil ontzeggen. „De moskee is van ons allemaal”, aldus een van de gedaagden, van wie de ouders betrokken waren bij de oprichting in de jaren zeventig. Het bestuur zegt dat het gebouw van hen is en dat het daarom mag beslissen wie wel en niet welkom zijn. „De moskee is geen openbaar gebouw.”

De bezoekers kunnen hun heil zoeken bij een andere moskee met een Marokkaanse achtergrond of er zelf een stichten. Debije: „Zo is de protestante kerk ook ontstaan.” De Essalam geeft geen podium aan verzet. Discussie mag, zei hij.

Tussen het bestuur en bezoekers sluimert al jaren een conflict. Incidenten volgden elkaar op. Het kwam zelfs wel eens tot een handgemeen.

Eind vorig jaar greep een gelovige de microfoon. Hij riep de „jihadstrijders” op zich te verzetten tegen het bestuur. De politie moest de onrust komen sussen. Vervolgens sommeerde de stichting de mannen voortaan weg te blijven. Na maanden van betrekkelijke rust, greep eind maart weer iemand de microfoon. Toen was de maat vol voor het bestuur. Daarom eiste het nu een moskeeverbod.

Volgens de opstandige bezoekers is het bestuur steeds minder transparant geworden. Zij eisen meer duidelijkheid over de financiële situatie. Ze willen weten wat er met hun donaties is gebeurd en hoe het zit met de geldstroom van de sjeik uit Dubai die de nieuwe megamoskee bij stadion de Kuip bekostigt. Bovendien verzoeken zij om openheid over de bouw van die moskee. De werkzaamheden liggen stil. Zij willen weten waarom er niet wordt gewerkt.

„De mannen hebben niemand beledigd. Niemand is ten onrechte beschuldigd. Zij lopen aan tegen een onwelwillend bestuur, dat op geen enkele wijze de dialoog wil aangaan”, aldus hun advocate M. Wiersma. Zij verweet de stichting woensdag „willekeur, machtsmisbruik en discriminatie.”

De rechtbank doet 25 juni schriftelijk uitspraak.