„Niet meer dan 20 procent allochtoon”
Het ministerie van Onderwijs heeft dinsdag afwijzend gereageerd op het idee een quotum voor allochtone leerlingen in het basisonderwijs in te stellen. Dat kan wettelijk helemaal niet, zegt een voorlichter in een reactie op het voorstel van directeur D. Bolijn van de Almelose openbare basisschool De Bonkelaar.
In een interview met de Twentsche Courant Tubantia pleitte Bolijn voor maximaal 20 procent allochtone leerlingen per Almelose basisschool. De schooldirecteur vreest voor een scheefgroei van de verhouding tussen allochtone en autochtone leerlingen, waardoor er ontwikkelingsachterstanden zouden ontstaan bij scholieren.
Volgens het ministerie van Onderwijs moet een openbare school aangemelde leerlingen toelaten. De voorlichter erkent dat scholen onderling afspraken kunnen maken over een evenredige verdeling van allochtone leerlingen over scholen: „Dat gebeurt al in Nederland, zie Rotterdam bijvoorbeeld. Daar hebben we niets op tegen.”
Bolijn heeft geen afspraken gemaakt met collega-scholen, zo blijkt uit navraag bij andere Almelose basisscholen. In het kranteninterview beticht hij andere basisscholen in Almelo van een gebrek aan verantwoordelijkheid. Zij zouden een relatief klein percentage allochtone kinderen opnemen.
Volgens directeur H. van Duuren van de katholieke basisschool De Compaan is die opmerking uit de lucht gegrepen: „Op onze school is meer dan 20 procent van de leerlingen van allochtone afkomst. Uiteraard doen zich daarbij wel eens problemen voor, maar de ontwikkeling is per kind verschillend. Wij scoren niet slechter dan gemiddeld.”
Directeur C. Dekker van het overkoepelende Openbaar Onderwijs Almelo stelt dat Bolijn op zijn school de maatregel niet mag doorvoeren. De schoolbesturen in Almelo kunnen beter een gezamenlijke discussie voeren over de problematiek van witte en zwarte scholen. Ouders bepalen uiteindelijk waar ze hun kind heensturen, aldus Dekker. Hij doet de uitspraken van Bolijn af als een incident.