Dat heeft de bewindsvrouw dinsdag geantwoord op Kamervragen van de SGP.Verburg erkent dat de kottervisserij in zwaar weer verkeert. De vissers kampen met enorm gestegen olieprijzen. Tegelijkertijd zijn de afzetprijzen voor schol en tong laag. Vissers kunnen de hogere kosten die ze maken door de gestegen olieprijs niet direct of niet volledig doorberekenen in de visprijzen.

Hoge brandstofprijzen en lage visprijzen behoren tot het normale ondernemersrisico, stelt Verburg. Op die prijzen kan ze ook geen invloed uitoefenen.

Anders ligt het met de visquota. „Hier is sprake van overheidsingrijpen.” De minister schrijft dat ze daar al iets aan heeft gedaan door vissers uit te kopen, waardoor de overgebleven vissers meer kunnen vangen.

De SGP pleit in de vragenreeks voor overbruggingskredieten aan kottervissers om te voorkomen dat „goed geleide visserijbedrijven failliet gaan.” Daar voelt Verburg niets voor. Volgens haar dragen dergelijke kredieten niet bij aan de omschakeling van de kottervisserij naar een duurzamere manier van werken.

SGP-Kamerlid Van der Vlies is teleurgesteld in de antwoorden van Verburg. Hij kondigde dinsdag aan de minister nog deze week nog naar de Kamer te roepen om steun af te dwingen voor de in nood zijnde kottervissers. „De regering moet de vissers helpen”, meent hij. „Door de sterk gestegen brandstofprijzen en de aanhoudend lage prijzen voor vis zitten veel vissers in de knel.”

Het lukt de Kamer niet meer om nog deze week met Verburg te debatteren over de kottervisserij, zei Van der Vlies dinsdagmorgen. De problematiek komt nu aan de orde in het al geplande debat van volgende week donderdag over de Europese landbouw- en visserijraad.

In zijn Kamervragen bepleit Van der Vlies een importheffing op kweekvis uit het buitenland als die minder duurzaam blijkt dan Nederlandse tong en schol. Verburg is daar tegen. „De EU legt reeds een importheffing op voor gekweekte vis als pangasius en tilapia. Een verhoging van de heffing is niet zonder meer mogelijk vanwege de afspraken gemaakt in WTO-kader over vrije handel.”

Een verhoging van de importheffing is voor Nederland als exporteur ook niet wenselijk, aldus de bewindsvrouw, „omdat het ertoe kan leiden dat de getroffen landen tegenmaatregelen nemen.”