Dat bleek gisteren in de Tweede Kamer tijdens het spoeddebat over jeugdzorg, dat de Kamer op initiatief van GroenLinks-Kamerlid Dibi voerde.J. Bos, voorzitter van de commissie sociaal beleid van het Interprovinciaal Overleg (IPO), sprak in de Tweede Kamer van een lichte daling van het aantal wachtenden vergeleken met de laatste telling van 1 oktober vorig jaar. Toen stonden er ruim 4000 kinderen op de wachtlijst. Volgens Bos gebruiken de bureaus jeugdzorg extra geld dat minister Rouvoet (Jeugd en Gezin) vorig jaar in de zorg stak om efficiënter te gaan werken. Daardoor kon sneller zorg geleverd worden. Ook wordt meer met gemeenten samengewerkt.

Die zouden bij lichte problemen van jongeren beter kunnen ingrijpen, zodat deze niet bij de jeugdzorg hoeven aan te kloppen.

Minister Rouvoet wil niet op de cijfers reageren. Volgens zijn woordvoerder komen binnen twee weken de meest recente gegevens over wachtlijsten in de jeugdzorg beschikbaar.

Rouvoet wil niet steeds extra geld in de jeugdzorg blijven pompen. Daarom komt er volgend jaar een nieuw systeem van financiering van deze zorg. Provincies moeten het dan doen met het budget dat ze op grond van de verwachte vraag krijgen toebedeeld. Het kabinet heeft als doel dat er voor 2011 geen wachtlijsten meer bestaan in de jeugdzorg.

De commissie-d’Hondt, die vorige week een rapport uitbracht, pleit ervoor dat de jeugdzorg meer taken overlaat aan gemeenten. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is het daarmee eens. De provincie zitten daar niet op te wachten, stelde Bos dinsdag. Een nieuwe wijziging van de structuur zou voor te veel onrust zorgen en de gemeenten moeten eerst maar eens zorgen dat ze hun eigen hulpverlening goed op orde krijgen.

GroenLinks-Kamerlid Dibi vindt het de hoogste tijd voor een parlementair onderzoek naar de wachtlijsten. Hij wil weten wat de precieze cijfers nu precies zijn en hoe het kan dat de wachtlijsten ook met extra investeringen maar blijven stijgen.