De verborgen boodschap van glas 13
Elk van de gebrandschilderde ramen uit de Goudse Sint-Jan vertelt zijn eigen verhaal. Zo verbeeldt glas nummer 13 de twaalfjarige Jezus in de tempel. Ruim 400 jaar nadat het werd gemaakt, roepen de Hebreeuwse tekens in het glas nog tal van vragen op.
De rust in het immense kerkgebouw dwingt zelfs toeristen tot devoot schreiden. Zichtbaar onder de indruk schuifelen ze langs het wereldberoemde glas in lood. De glazen zijn dan ook stuk voor stuk kunstwerken.Van de in totaal 64 ramen neemt glas 13, in het gewelfde koor van de Sint-Jan, een bijzondere plaats in. Het metershoge raam toont de jonge Jezus in de tempel, omringd door een schare leraren die zich zichtbaar verbazen over Zijn wijsheid.
Het glas uit 1560 vertelt méér, zegt koster Tompot. Hij wijst op de kleding van de leraren. De gewaden, in rood, geel en groen, bevatten Hebreeuwse lettertekens. Sommige van de bijna tachtig letters zijn door de plooien nauwelijks te lezen, andere zijn duidelijk herkenbaar. Nergens ter wereld zou de glazenierskunst Hebreeuwse tekens zo uitgesproken in beeld hebben gebracht.
Het zijn juist deze tekens die kunstacademici al jaren bezighouden en die ook koster Tompot de nodige hoofdbrekens bezorgen. En ze zijn het nog steeds niet eens.
Verschillende wetenschappers die studie maakten van glas 13, zijn van mening dat de Hebreeuwse tekens een onbetekenende letterreeks vormen. Sommige tekens zijn nauwelijks leesbaar, zegt A. Zonnenberg, priester en Bijbelwetenschapper. Bovendien vormen niet alle lettertekens daadwerkelijk woorden. Het is volgens hem uitgesloten dat glas 13 een verborgen boodschap bevat.
Zonnenberg licht toe: „Binnen de Joodse cultuur heeft de schriftelijke en mondelinge overlevering een grote plaats. De glazenier heeft niets anders willen uitbeelden dan deze „permanente leertraditie” van het Judaïsme. Jezus en de leraren zijn in de tempel immers verwikkeld in zo’n leergesprek.”
Volgens de exegeet, die ook Hebreeuws studeerde, bewees de ontwerper van het glas, Lambert van Noort, „dat hij in staat was het judaïstisch perspectief van permanent leren tot leven te wekken en expressief te maken. Het Hebreeuws is dus louter figuratief.”
Koster Tompot is duidelijk een andere mening toegedaan. Hij woonde een tijdje in Jeruzalem. „Als Israëli’s het Ivriet op een verkreukelde krant nog kunnen lezen, dan moeten ze de gebrandschilderde letters ook kunnen ontcijferen”, dacht hij.
De Sint-Jan, waar busladingen toeristen zich vergapen aan de kleurrijke glazen, is ook bij Israëlische toeristen geliefd. Steeds weer vroeg de koster hun mee te komen naar glas 13. „Ik gaf hun een verrekijker en vroeg ze te lezen wat er staat”, vertelt Tompot.
De Israëli’s vertelden dat de man in het geel, die ingespannen in een boek staart, op zijn schouder de tekst ”yad be yad” draagt. Hand in hand. Op zijn heup lazen ze ”ha’ava”, liefde.
De rabbi rechts in het raam draagt een rode mantel. De zomen van zijn kleed zijn afgestikt met witte letters. ”Beresjiet”, ”Sjemot” en ”Wajikra”. De eerste drie boeken van Mozes. De tekens elders op zijn mantel staan volgens Tompot voor „we zullen dansen.” „Dat wijst naar het feest der wet, het dansen met de wetsrollen.”
Dan is er nog de man links, in het paarse gewaad. De zoom van zijn kleed bevat eveneens witte letters: ”Na-aseh”. Het is de belofte die het volk deed bij de wetgeving op Horeb, zegt Tompot. „We zullen doen.”
Tompot mocht dan de teksten hebben ontcijferd, maar wat was nu de essentie? Die vraag bleef nog geruime tijd onopgelost. Tot op zekere dag plotseling de oplossing kwam. „Een knipoog van Boven”, noemt de koster het.
Een Israëlisch echtpaar bezocht met zijn dertienjarige zoon de Sint-Jan. De knul vertelde spontaan dat hij de trip naar Nederland voor zijn bar mitswa had gekregen. Wanneer een jongen dertien wordt, is hij volgens de joodse wet bar mitswa, religieus meerderjarig.
Voordat hij bar mitswa werd, had de jongen oud-Hebreeuws geleerd. Dat bracht koster Tompot op een idee. Hij vroeg de knaap voor te lezen wat op het raam geschreven staat, in de hoop het geheim definitief te ontrafelen.
„Weet je niet wat er staat?” vroeg de jongen verbaasd. „Jeshua bar mitswa!” Jezus die bar mitswa doet. „Als je bar mitswa doet, lees je de Thora, de wet. En je danst, hand in hand. Yad be yad!” Hij had het zelf pas nog gedaan, bij de Klaagmuur in Jeruzalem.
Wat vindt Zonnenberg van deze uitleg? „Menselijke zingevingsdrift”, zo meent de exegeet. „Het is wel te begrijpen dat mensen hier iets lezen, of liever: willen lezen. Als ze dat maar lang genoeg willen, dan zien ze het op den duur ook zo. Al is het alleen maar ten gerieve van de toeristen. Taalkundig is zo’n vertaling echter niet te verantwoorden.”
De gedachte dat het glas een verwijzing naar het bar mitswafeest zou bevatten, wijst Zonnenberg van de hand. „Bar mitswa is ruim 400 jaar geleden in gebruik geraakt. Het is van een veel jongere datum dan het tafereel dat Lukas in zijn evangelie beschrijft. Bovendien was Jezus nog maar 12, en geen 13.”
Daarmee blijft glas 13 met raadsels omgeven. Voorlopig komt er geen toerist minder om. Want met zijn 64 prachtige glas-in-loodramen blijft de Goudse Sint-Jan een unieke bezienswaardigheid.