Balkenende verwerpt kritiek omtrent ABN
Premier Balkenende voelt zich niet aangesproken door kritiek uit de Tweede Kamer op zijn rol bij de fusiebesprekingen tussen de banken ABN AMRO en ING in maart vorig jaar.
Volgens de oppositiefracties heeft de premier zich toen te afstandelijk opgesteld door een gesprek met president Nout Wellink van De Nederlandsche Bank (DNB) te weigeren.Maar de premier wees er dinsdag tijdens een overleg met de Kamer nog eens op dat hij geen bevoegdheden heeft bij overnamegesprekken tussen bedrijven. Hij wierp de vraag op of de president van DNB als fusiebemiddelaar moet optreden.
Wellink wilde de premier om politieke steun vragen voor een fusie tussen ABN AMRO en ING omdat hij zich zorgen maakte over de toekomst van de grootste Nederlandse bank. Maar minister Bos van Financiën vond een gesprek met Balkenende niet nodig. Dat gesprek kon net zo goed met hemzelf worden gevoerd, stelde hij.
De minister van Financiën heeft als wettelijke taak zich te buigen over overnamekwesties. Bovendien zou een gesprek tussen Wellink en de premier de indruk kunnen wekken van „ongeoorloofde bemoeienis met een aangelegenheid tussen private partijen.”
Bos liet gisteren tevens weten in maart vorig jaar te hebben toegezegd een eventuele fusie tussen de twee Nederlandse bankconcerns te willen steunen. Dat daarmee meer banen bij ABN AMRO verloren konden gaan dan bij een overname door een buitenlands concern had de PvdA-bewindsman voor lief willen nemen.
De fusie tussen ABN AMRO en ING ging uiteindelijk niet door. Royal Bank of Scotland, het Belgisch-Nederlandse Fortis en het Spaanse Santander namen ABN AMRO over.