Ouders, wees alert op occultisme op scholen
Occultisme op scholen komt vaker voor dan menig ouder denkt, stelt Kees van Helden. Hij reageert op het verslag van een studiedag aan de Christelijke Hogeschool Ede over jongeren en occultisme (RD van zaterdag).
De vereniging Bijbel & Onderwijs krijgt veel vragen van ouders van wie hun kinderen op een christelijke of een reformatorische basisschool zitten. „Mijn dochter heeft bij tekenen mandala’s moeten inkleuren, kan dit op een christelijke school?” Of: „Mijn kind mocht omdat ze verdrietig was een ”knuffelkaart” trekken en die kaart vertelde haar iets over hoe zij zich voelde. Wat zijn dat voor kaarten?” Maar ook: „Hoe moet ik kenbaar maken aan de school dat we niet willen dat onze kinderen meedoen met yogalessen?Drs. R. J. A. Doornebal heeft op de studiedag terecht opgemerkt dat er gemakkelijk gewenning kan ontstaan. De basis van kinderen wordt gevormd in hun eerste levensjaren. In deze jaren bouwt een kind een referentiekader op van waaruit het later gaat denken en handelen.
Het is daarom gevaarlijk als op school occult getinte onderwerpen aangereikt worden met de boodschap dat dit positief is voor het kind. Wat de kinderen vroeg leren, blijft hun heel het leven bij. Ze krijgen een verkeerd beeld over occulte elementen.
Deze elementen horen thuis op het terrein van de duivel. Hij stelt alles in het werk om de jongste kinderen een andere ’waarheid’ bij te brengen. Hierbij denk ik aan de invloed van lesmethodes, computerspelletjes of tekenfilms die aangeboden worden.
In 2006 hebben alle kinderen van groep 8 een boekje aangeboden gekregen waaruit ze kunnen leren dat de dode hoek van een vrachtauto gevaarlijk is. De hoofdpersoon, Fuciler, probeert vanuit zijn dodenrijk, met zijn benen rustend op een kist vol met doodsbeenderen, zo veel mogelijk kinderzieltjes te winnen… Gelukkig hebben veel scholen dit gevaar gezien en de boekjes bij het oud papier gezet.
Ark van Noach
Of neem boeken ter ontspanning zoals het prentenboekje van Tonke Dragt, ”Wat niemand weet”, aangeboden aan de lagere groepen tijdens de Kinderboekenweek. De kinderen kunnen hierin zien hoe Noach zijn ark bouwt en dat God tot hem zegt: „Ga dieren vangen.” Dat lezen we niet in de Bijbel, daar staat: „Kwamen er twee aan twee tot Noach in de ark.’’ Dan heb ik het nog niet over de verdere fantasie van de eenhoorn die niet in de ark wil, voor de ark uitzwemt, uiteindelijk door een musje ’verdrinkt’ en niet langer een eenhoorn is.
Bij jonge kinderen lopen fantasie en werkelijkheid door elkaar. Zij kunnen dit niet zo onderscheiden zoals volwassenen dat wel kunnen. Dit heeft gevolgen: wat is nu waarheid, de geschiedenis uit Genesis of uit het prentenboek?
Ouders moeten alert zijn. Ze kunnen niet genoeg vertellen over het Evangelie van de Heere Jezus Christus. Begin er vroeg mee en laat geen kans onbenut om er over te spreken. Want Zijn aartsvijand neemt geen rust en grijpt wél elke mogelijkheid aan om ons en onze kinderen van God vandaan te trekken met een valse waarheid. Daar gebruikt hij zeker ook de ’veilige’ omgeving van de christelijke school voor.
De auteur is voorzitter van de vereniging Bijbel & Onderwijs.