Defensie-uitgaven in 2007 opnieuw fors gestegen
Wereldwijd is het afgelopen jaar 850 miljard euro naar defensie gegaan. Dat is 6 procent meer dan in 2006 en bijna het dubbele van tien jaar geleden. Vooral de uitgaven van de Verenigde Staten rijzen de pan uit. Bovendien worden gewapende conflicten complexer en hardnekkiger.
Het totale bedrag dat vorig jaar voor militaire doeleinden werd uitgegeven, komt overeen met 2,5 procent van het wereldwijde bruto nationaal product, oftewel 129 euro per wereldburger. Dat is 45 procent meer dan in 1998, meldde de vredesdenktank Stockholm International Peace Research Institute (Sipri) maandag bij de presentatie van zijn jaarrapport. Het instituut gelooft dat de hang naar grotere regionale en globale machtsinvloed, de huidige conflicten en de jacht op grondstoffen aan de basis liggen van de toename.Ook de wapenproductie en de internationale wapenhandel zitten in de lift. Bij de honderd grootste wapenfabrieken ging in 2006 voor 200 miljard euro aan wapentuig over de toonbank. Dat is 8 procent meer dan het jaar daarvoor. Amerikaanse bedrijven voeren de top 100 aan, op afstand gevolgd door West-Europese producenten.
De afgelopen vijf jaar nam de handel in conventionele wapens met 7 procent toe in vergelijking met de periode van 2002 tot 2006. De vijf grootste wapenleveranciers -de VS, Rusland, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk- waren goed voor driekwart van het handelsvolume.
Met bijna 350 miljard euro in 2007 nemen de VS 45 procent van alle defensie-uitgaven voor hun rekening. Het is sinds de Tweede Wereldoorlog dat het militaire budget van de VS zo hoog lag. „De oorlogen in Afghanistan en Irak zijn hiervoor verantwoordelijk”, zegt Sipri-onderzoeker Sam Perlo-Freeman.
Rusland, dat opnieuw vol zelfvertrouwen op het internationale toneel staat, gaf vorig jaar 13 procent meer uit aan wapens tegenover 2006. De wapenmarkt in heel Oost-Europa piekt. Die steeg namelijk in één jaar tijd met 15 procent en de afgelopen tien jaar met maar liefst 162 procent. Rusland blijft in deze regio de onbetwiste leider; het land is goed voor 86 procent van de uitgaven.
Het afgelopen jaar telde het Sipri veertien belangrijke gewapende conflicten. Vier conflicthaarden vlamden op in 2007: Sri Lanka, Afghanistan, Birma en Turkije. Volgens het instituut worden de conflicten complexer.” De Sudanese regio Darfur, Irak en Pakistan zijn voorbeelden waar „het gewapende geweld gefragmenteerder wordt”, deels omdat een sterk staatsgezag ontbreekt.
Ontwapening van de grootste kernmogendheden, de VS en Rusland, wordt in de komende jaren van grote betekenis, stelt Sipri-directeur Bates Gill. „De prioriteiten van de volgende Amerikaanse regering zullen een kritieke rol vervullen om de vooruitgang in wapenbeheersing gestalte te geven.”