Brandsma was de nieuwe vriend van de ex-vriendin van K. en werd ’s nachts in de achtertuin van haar woning in Den Helder doodgeschoten. Kort hiervoor hadden K. en zijn ex ruzie gehad. Officier Iedema noemde de moord tijdens de behandeling van de zaak te absurd voor woorden. „Een woordenwisseling tussen twee ex-geliefden wordt een derde fataal.”

De veroordeelde zelf kon zich weinig van de moord herinneren. „Ik zag Auke staan en even later lag hij op de grond”, aldus K. Na de moord vluchtte hij naar Steenwijk, waar hij zich later op de dag bij de politie meldde. K. gaf toe nooit problemen met het slachtoffer te hebben gehad, hij had ruzie met zijn ex. Volgens de officier van justitie had daarom iedereen die toevallig bij de ex van K. op visite was, het slachtoffer kunnen worden.

K. is wapenverzamelaar en leerde schieten bij de Koninklijke Marine, waar hij enkele jaren werkte. Het Pieter Baan Centrum concludeerde na onderzoek dat K. erg jaloers is aangelegd. De instelling achtte de kans op herhaling groot en adviseerde een tbs-behandeling.