Tot nu toe waren investeringsfondsen vooral geïnteresseerd in de financiële markten en beurzen voor landbouwproducten, zo scheef The New York Times donderdag.De krant haalt verscheidene investeringsfondsen aan die onder meer land hebben gekocht in Canada en Zuid-Amerika. Meerdere andere fondsen zeggen grote plannen te hebben voor de aankoop van land, opslagfaciliteiten en vervoer in onder meer Groot-Brittannië en Afrika.

Het nieuwe geld dat nu in de landbouw vloeit is voor sommige ’oudere’ beleggers een zorg. Zij zijn bang dat als het tij even tegenzit, de nieuwe investeerders snel hun belangen van de hand zullen doen, waardoor de continuïteit in de sector verdwijnt.

Daarnaast zijn ze ook bezorgd dat de kersverse landbouwinvesteeerders via hun nieuwe bezittingen de regels die zijn ingesteld tegen speculatie op de markten voor landbouwproducten en grondstoffen willen omzeilen. „Misschien hebben zij alleen een schaapsvacht nodig”, aldus Jeffrey Hainline van Advance Trading, een investeringsfirma die zich al tientallen jaren bezighoudt met landbouw en grondstoffen. De beleggers zouden meer of minder voorraden kunnen aanleggen om de prijs te beïnvloeden.

Maar de nieuwe beleggers spreken dit tegen. „Het is niet in ons belang dat iemand negatief beïnvloed wordt door wat wij doen”, aldus John Duryea, manager van de Ospraie Special Opportunity Fund. Ook brengen grote investeringen in de landbouw objectieve voordelen met zich mee. Landbouwbedrijven worden groter en de consolidatie van landbouwland verhoogt de productie. Boeren krijgen meer toegang tot nieuwe technologieën en kunstmest.

De ontdekking van de landbouw door beleggers, ook in delen van Afrika, zou de voedselproductie sterk omhoog kunnen schroeven op het moment dat de wereld dat juist nodig heeft, aldus The New York Times.