Van berenhok tot bed & breakfast
Een oude varkensstal tot een bed & breakfast ombouwen. Het klinkt leuk, maar het verkrijgen van een vergunning is in de praktijk nogal lastig. Toch constateren Stichting Groene Hart en Erfgoedhuis Zuid-Holland dat gemeenten in het Groene Hart steeds bereidwilliger zijn om aan zulke plannen mee te werken. Femke Berns uit Benschop kan er van meepraten.
Rust, ruimte en frisse lucht zochten Kees Gelderblom en Femke Berns in 2003. Hun dochter Zenzi moest heerlijk buiten kunnen spelen zonder vieze lucht in te ademen. In het rijtjeshuis in Oegstgeest kon dat niet. Dus waren haar ouders op zoek naar een boerderijtje ergens in het Groene Hart.Het boerderijtje werd een boerderij. In Benschop, een dorpje tussen IJsselstein en Oudewater, vonden ze aan het Benedeneind Zuidzijde een monumentale boerderij van meer dan 300 jaar oud. Het rijksmonument verkeerde in vervallen toestand.
Vijf jaar later ziet de boerderij er heel wat florissanter uit. „Alleen de muren zijn blijven staan”, vertelt Berns. „Het dak is eraf geweest, de vloer eruit.” Omdat het om een monument ging, mocht het tweetal de indeling van de langhuisboerderij niet veranderen. Ook de klinkers op de deel moesten blijven liggen. Om het er toch wat geriefelijker te maken, liet Berns er vloerverwarming onder aanleggen. De klinkers kwamen op precies dezelfde plek terug. Het achterste gedeelte van de boerderij had oorspronkelijk een agrarische bestemming. Op de deel stonden immers de koeien. Het veranderen van het bestemmingsplan kostte wel de nodige tijd, maar ging bij de gemeente Lopik relatief soepel, zegt Berns.
Ze heeft de indruk dat dit ook gaat gelden voor de verbouwing van de stallen achter het huis. Direct achter de boerderij staat een hooiberg, die al is opgeknapt en waaronder het prima barbecueën is. Daarachter staan een oude schuur en een berenhok, een stal voor het mannetjesvarken. Beide verkeren in een bouwvallige staat. „We werken van voor naar achter”, verklaart Berns. „Eerst de boerderij, toen de hooiberg en nu de stallen.”
Het is de bedoeling dat de schuur een algemene ruimte wordt, met daarboven een vergadergelegenheid. In het berenhok en de nieuwere varkensstal achter op het erf moeten slaapruimten komen voor vooral zakelijke gasten. De drie gebouwtjes moeten een woonbestemming krijgen. Berns heeft daarvoor een principeverzoek ingediend en de eerste geluiden zijn positief.
Bij het ontwerpen van de plannen heeft Berns volop gebruikgemaakt van het project Agrarisch Erfgoed Groene Hart. Op initiatief van Stichting Groene Hart heeft het Erfgoedhuis Zuid-Holland advies verleend bij twaalf vergelijkbare projecten. Berns heeft advies gevraagd over de cultuurhistorische waarde en de architectuur van de drie gebouwen. Omdat het project goed gesubsidieerd werd, hoefde ze maar 400 euro per onderdeel te betalen. „Een architect vraagt voor één tekening al gauw 1000 euro, dus we waren heel blij met de hulp.”
Ook het advies van de cultuurhistoricus was van onschatbare waarde. „Hij kon precies aanwijzen waar vroeger een opening was voor de kippen, zodat ze vrij naar binnen en buiten konden gaan. Zelf hadden we dat nooit gezien. Wij vinden het leuk om alles weer in de oorspronkelijk staat terug te brengen, dus met behulp van dit rapport gaat dat zeker lukken.”
Het raadplegen van de cultuurhistoricus leidde er zelfs toe dat de schuur en het berenhok de status van gemeentelijk monument kregen. Daardoor kan Berns een subsidie van 40.000 euro voor vier jaar tegemoet zien om de monumenten op te knappen. Dat is wel nodig ook, zegt ze. „De verbouwing gaat al gauw 2 tot 3 ton kosten. Alle beetjes helpen.”
Zien de twee stedelingen het wel zitten om van zo’n puinhoop een gelikte bed & breakfast te maken? „We kunnen er door heen zien”, zegt Berns. „We weten precies wat we willen en we vinden het heerlijk om met onze handen bezig te zijn.”
Het enthousiasme van het gezin in Benschop bewijst dat het project Agrarisch Erfgoed Groene Hart in een behoefte voorziet, zegt Lyanne de Laat van het Erfgoedhuis Zuid-Holland. „Dankzij het inschakelen van meerdere adviseurs krijgen eigenaren een goed beeld van de haalbaarheid van hun ideeën.” De opgedane ervaringen zullen echter gauw weer verloren gaan als het project geen vervolg krijgt, vreest ze. Voor de continuering van het project bepleiten Stichting Groene Hart en Erfgoedhuis Zuid-Holland voor vier jaar een fonds te vormen waaruit 60 procent van de onkosten voor de advisering wordt betaald. De ministeries van LNV en VROM en de drie Groene Hartprovincies Utrecht, Noord- en Zuid-Holland zouden samen elk jaar 30.000 tot 37.500 bij elkaar moeten leggen.