RK-Kerk herdenkt 221 Nederlandse martelaren
Niet alleen Bonifatius (754) stierf als martelaar. In het recente verleden hebben meer dan 200 Nederlanders hun christelijke geloofsovertuiging met de dood moeten bekopen.
Het leven van 221 recente Nederlandse martelaren, 182 mannen en 39 vrouwen, staat beschreven in het nieuwe boek ”Getuigen voor Christus. Rooms-katholieke bloedgetuigen uit Nederland in de twintigste eeuw”.Meer dan dertig auteurs zijn jarenlang met het naslagwerk bezig geweest. De uitgave komt voort uit een oproep van de vorige paus, Johannes Paulus II. Hij riep bij de overgang van het tweede naar het derde millennium alle bisschoppen ertoe op de nagedachtenis van de eigen martelaren van de twintigste eeuw niet verloren te laten gaan.
De Nederlandse bisschoppen gaven de Nationale Raad voor Liturgie opdracht een onderzoek te beginnen naar Nederlanders uit de vorige eeuw die om hun geloof zijn gestorven. Dat resulteerde in het naslagwerk. In de meeste gevallen gaat de levensbeschrijving van de 221 martelaren van een foto vergezeld.
De meeste martelaren zijn priesters en leden van een religieuze orde of congregatie. Het leeuwendeel betreft personen die in de Tweede Wereldoorlog ter dood zijn gebracht. Onder hen zijn Titus Brandsma, die in het concentratiekamp Dachau werd vermoord, en Edith Stein, een uit het Jodendom tot het rooms-katholicisme bekeerde karmelietes die in Auschwitz-Birkenau werd vergast. Ook de inmiddels heilig verklaarde Kaatje Dierkx uit het Noord-Brabantse Ossendrecht, die in 1900 in China werd vermoord, heeft een plek in het boek gekregen.
De bisschoppen schrijven in het voorwoord blij te zijn met het boek. Het levensverhaal van martelaren helpt „ons als hedendaagse gelovigen om te blijven geloven dat Gods kracht daadwerkelijk in onze zwakheid tot ontplooiing kan komen en dat het God zelf is die onze broosheid sterk kan maken om te blijven getuigen in geloof, hoop en liefde.”