Kerk & religie

Leiding PKN en HHK weer in gesprek

Afvaardigingen van de synodebesturen van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) hebben maandag in Utrecht twee uur met elkaar gesproken. Het gesprek verliep in „een goede sfeer”.

Kerkredactie
3 June 2008 08:37Gewijzigd op 14 November 2020 05:55
Scriba van de PKN dr. B. Plaisier. Foto ANP.
Scriba van de PKN dr. B. Plaisier. Foto ANP.

Dat deelde dr. B. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, maandag mee. Over de inhoud van de besprekingen en over een mogelijk vervolg wilde hij verder geen mededelingen doen. Ook de nieuwe scriba van de Protestantse Kerk, dr. A. J. Plaisier, was bij het gesprek aanwezig.Het is het eerste contact tussen de synodebesturen van beide kerken sinds de uitspraak van de rechter in de zogenaamde Verklaring voor rechtprocedure op 12 maart. De Utrechtse rechtbank sprak toen uit dat de Protestantse Kerk in Nederland de juridische opvolger is van de Nederlandse Hervormde Kerk. Hersteld hervormde gemeenten mogen zich daarom geen ”hervormde gemeenten” noemen. Dat mogen alleen de hervormde gemeenten in de PKN. Ook de kerkelijke goederen zijn eigendom van de hervormde gemeenten (PKN), ook al besloot een hervormde gemeente in 2004 in meerderheid niet mee te gaan in de PKN.

Na de scheuring in mei 2004 hebben de synodebesturen -moderamina- van de PKN en de HHK een aantal gesprekken gevoerd om te proberen regelingen te treffen over allerlei geschilpunten. Die gesprekken werden echter afgebroken en besloten werd eerst de rechter te laten spreken in de Verklaring voor rechtprocedure. Nadat de rechter op 12 maart de eisen van de hersteld hervormde gemeenten had afgewezen, riep dr. B. Plaisier het synodebestuur van de HHK op het overleg met de PKN weer te hervatten. Het maandag gehouden gesprek in Utrecht was daarvan het resultaat.

Inmiddels heeft het synodebestuur van de Hersteld Hervormde Kerk de ruim vijftig gemeenten die meededen aan de rechtszaak tegen de Protestantse Kerk geadviseerd niet in hoger beroep te gaan. Een meerderheid van de gemeenten heeft dat advies overgenomen. Een klein aantal gemeenten beraadt zich echter nog. Ze moeten uiterlijk op 11 juni besluiten of ze tegen het vonnis van de Utrechtse rechtbank in beroep gaan.

Intussen heeft de Commissie van Bijzondere Zorg (CBZ) van de Protestantse Kerk met een aantal hersteld hervormde gemeenten definitieve regelingen getroffen over de kerkelijke goederen. Met enkele tientallen gemeenten zijn de besprekingen nog gaande.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer