1 Thessalonicensen 5:17Het zijn drie dingen, die een mens buiten Christus houden. Allereerst het ongeloof: wanneer de mensen niet geloven dat Hij, Die uit de maagd Maria geboren werd, Christus en God is. Omdat het toen al zo moeilijk was om dat te geloven, besteedden de apostelen er veel tijd aan om het te bewijzen. Het tweede is dat men niets geeft om Christus, net zoals die mensen die niet tot de bruiloft kwamen. Zij geloofden wel dat er een feestmaal was, maar zij gaven er niet om. Zij hadden meer aandacht voor het dagelijkse. Het derde is de onwil om met alles te breken om Christus’ wil. Zij willen Hem niet aannemen op alle voorwaarden. Zij zien wel iets in Christus om Hem te bezitten, maar niet om alles te verloochenen om Zijnentwil. Zij hebben er een afkeer van om van hun boezemzonde afscheid te nemen. Denk maar aan die rijke jongeling. Hij had heel wat gedaan, maar toch wilde hij geen afstand doen van zijn bezittingen.

Maar tegenover deze drie dingen moeten drie andere gesteld worden om ons tot Christus te brengen. In de eerste plaats geloof, om te geloven dat Hij God is. Dan volgt een verootmoediging om onze liefde tot Christus te doen uitgaan. In de derde plaats een grondige verootmoediging om met alles te willen breken om Zijnentwil.

John Preston,

predikant te Cambridge

(”Dagelijkse oefening der heiligen”, 1639)