Ruimte en vrijheid, maar altijd aanpoten
Mest uit de potstal, groenbemesting en vruchtwisseling: drie principes van een natuurlijk boerenleven. In Zweden zijn de mogelijkheden voor extensieve landbouw en veeteelt optimaal. De ecologisch geteelde haver uit Scandinavië vindt gretig aftrek in de VS. „Een Zweedse boer is wel altijd bezig met stenen rapen.”
Conny Birgersson (53) is de vierde generatie op de boerderij waar hij woont met Maartje Stoffelsen (50) en hun beide kinderen Sebastian (12) en Madeleine (11). Voor Zweedse begrippen is het bedrijf gemiddeld van omvang: zo’n 100 hectare, waarvan 70 hectare akkerbouw en grasland en 30 hectare bos. Een boer in midden-Zweden die niet tegelijk ook bosbouwer is, dat is maar moeilijk voor te stellen.Zo’n bos levert wel handenvol werk. Soms geheel onverwacht. Bijvoorbeeld nadat in januari 2005 Gudrun over Zuid- en West-Zweden raasde. De hevigste storm in 35 jaar eiste twaalf doden en vernielde enorme oppervlakten naald- en berkenbos. Ook in de bossen van Birgersson, in de buurtschap Magra bij Sollebrunn, vond de nodige kaalslag plaats.
Sollebrunn -3000 inwoners- ligt circa 30 kilometer ten zuidoosten van Trollhättan. Deze stad staat bekend staat als vestigingsplaats van Saab en Volvo Aero en is de bakermat van de Zweedse locomotiefindustrie. Trollhättan ligt even zuidelijk van het grootste meer van Zweden: Vänern.
Uit notities in de trouwbijbel van de overgrootouders Andreas en Anna Stina valt af te leiden dat de boerderij rond 1865 moet zijn gesticht. Vier generaties en evenzoveel boerderijaankopen verder -elke generatie kocht er wel een bedrijf bij- staat er te midden van de landerijen een keur aan huizen, schuren en gebouwtjes. „We zijn altijd wel ergens aan het renoveren of schilderen”, lacht Stoffelsen. Dat laatste gebeurt doorgaans in het typisch Zweedse Falunrood. De grondstof daarvan is een bijproduct uit de befaamde kopermijnen van Falun in midden-Zweden. De hoeken zijn afgetimmerd met witte „knuttar”, hoeklatten. „Ik maakte er ooit eentje zwart, maar dat vond Conny’s vader helemaal niets.”
Zoon Conny nam de boerderij in 1990 over van z’n vader, die hem vervolgens terughuurde. Want de jonge Birgersson had een vaste baan als commercieel piloot. Die volgde op een periode waarin hij vooral avonturierde. Hij trok de wereld over, verhuurde zich onder meer als boerenknecht in Australië en behaalde in de VS z’n vliegbrevet. „Ik werkte om te kunnen reizen.”
Ergens begin jaren negentig viel -ook onderweg- de kennismaking met de Nederlandse Maartje: lerares en boerendochter, op dat moment met twee vriendinnen op vakantie in toenmalig Tsjecho-Slowakije. „Hij gaf me het adres van zijn ouders in Zweden en ging met z’n motor weer die kant op, om te gaan helpen met de oogst. Ik dacht: Tjonge, dat moet een goeie vent zijn, die zijn oude vader gaat bijstaan.”
Na een periode van intensieve correspondentie en wederzijdse bezoeken verkaste de Nederlandse in 1993 naar Magra. „Zweeds leerde ik via volwasseneducatie, samen met asielzoekers; Joegoslaven en Somaliërs, herinner ik me.” Inmiddels staat ze een jaar of tien voor de klas op de basisschool in de buurtschap. „Dat zijn doorgaans lange dagen, want de scholen beginnen erg vroeg.”
Op dit moment lopen er dicht bij de boerderij ruim twintig zoogkoeien. „Limousins met een stier erbij van het Simentalras”, zegt Birgersson. In een stal huist een tiental grote vleesstieren. Al het voer voor het vee komt van eigen bodem, slechts de liksteen is van elders. Veel veevoer is ook voor de verkoop, net als de ecologisch verbouwde haver, die prima geschikt is voor menselijke consumptie. In de VS zijn ze gek op de Scandinavische haver, die zodoende een mooie prijs opbrengt.
Erwten, bonen, haver: alle drie proteïnerijke gewassen die soms gezamenlijk opgroeien. „Erwten en haver vormen een prima mix: in een kuil is het ’t prachtigste veevoer.” Haver wordt ook wel apart gemalen voor het vee.
Of een boer kan overleven op deze schaal? „Land bijkopen is wel wijs. We hebben nu net 20 hectare aangekocht, grond die we eerst huurden. Landbouwgrond kost in deze streek zo’n 5500 euro per hectare: zuidelijker wordt het veel duurder.” De grootste bedrijven daar (Skane) gaan tot 400 hectare. De bodem bij ons bestaat uit zand en klei en bevat veel stenen. „Soms breekt je ploeg erop stuk. Zweedse boeren hier doen hun leven lang ook niet anders dan stenen rapen.”
Veel werktijd gaat op aan de bosbouw, in dit geval ook op traditionele leest geschoeid. Een Timberjack in zijn bossen -een bosbouwmachine die zaagt, stript en afkort in één bijna gewelddadige beweging- is voor Birgersson geen optie. „Ook het bosbeheer doen we zo natuurlijk mogelijk.”
Op dit moment worden bomen geoogst die door zijn ouders 53 jaar geleden zijn geplant, als ’spaarpotje’ voor hun kind dat toen op komst was. „Berken- en naaldhout van de beste kwaliteit, omdat het langzaam groeide.” De bomen gaan naar coöperatieve zagerijen in de buurt. „Het slechtste hout houd je zelf, voor in de verwarmingsketel. Het beste verkoop je, en een deel gaat op aan de renovatie van eigen huizen en schuren.”
Naast het werk op de boerderij heeft Birgersson nog een paar bijbanen, ook al om de sociale contacten levend te houden op het dunbevolkte platteland. Als oproepkracht rijdt hij regelmatig in de dienstregeling van streekbussen in de eigen regio. En om zijn ooit behaalde vliegbrevet voor de kleine luchtvaart geldig te houden, zit hij in een pool van brandwachten die bij droog en warm weer over de uitgestrekte bossen vliegen ter voorkoming van grote branden.
Soms overweegt hij zijn vee van de hand te doen, zeker als z’n vader (85) -die nu nog altijd meewerkt- weg zou vallen. „Dieren binden je sterk. Ik ken eigenlijk geen boeren die bijwerken en die dan thuis nog vee te verzorgen hebben. En je kunt ook niet altijd een buurman vragen voor dat werk.”